Il Grand' Inquisitor

IMKEB 2014 - Finale, dag 4

De finale-avond was een atypische avond. De twee jongste deelnemers dongen naar de gunst van de jury, alhoewel ze eigenlijk nog niet rijp zijn voor de finale. Er waren tevens twee tenors en slechts één sopraan. Het was ook opvallend dat ze allemaal één of meerdere werken uit de eerste ronde terug opvisten.

Kim Seung Jick (tenor, Korea, 23) mocht de spits afbijten. Hij begon met Strauss' Allerseelen in behoorlijk goed Duits, maar met een kleine stem die naar binnen gekeerd leek en bij momenten gewoon onhoorbaar was. Voor Rodolfo's Che gelida manina projecteerde zijn stem beter, maar hij werd wel vakkundig platgewalst door het orkest in zijn aanloop naar de hoogten van "la speranza". Hij herhaalde Rachmaninovs Ne poy, krasavitsa, pri mne, wat hij even mooi zong als in de eerste ronde. Hij doet een verdienstelijke poging om het als een lied te interpreteren, ondanks de overweldigende orkestklank.

Maar in Fausts Salut, demeure chaste et pure wordt zijn stem wel mooi geëtaleerd dankzij de dunne orkestratie. Hij brengt een dromerige vertolking maar met weinig opwindende frasering. Het middendeel - vanaf "Ô nature" - trekt niet echt aan, maar hij eindigt wel met een redelijke goede hoge do. Het Ingemisco uit het Verdi-Requiem zong hij op identiek dezelfde manier als de Gounod-aria, weliswaar met een heel mooie eerste frase, maar met een iets onstabieler slot.

Sheva Tehoval (sopraan, België, 23) lijkt een repertoireprobleem te hebben. Ze recycleerde niet alleen haar volledig programma uit de eerste ronde, maar ze eindigde ook met de sopraanversie van een mezzo-aria... Zo begon ze met Norina's Quel guardo il cavaliere in haar cynische vertolking van de eerste ronde. Haar hoogte klonk nog wat moeizaam, haar triller was beter dan een week geleden, maar de slotcadens viel wat plat. Ze begon goed aan Cleopatra's Piangerò la sorte mia uit "Giulio Cesare". Het middendeel mocht best meer energie hebben. In het da capo-deel waren er nauwelijks tot geen variaties ten opzichte van de eerste doorloop te bekennen. Ah, je veux vivre miste de nodige sprankeling.

Ze herhaalde ook Rusalka's Maanlied op haar eigen verinnerlijkte manier. Het blijft de mooiste vertolking van deze aria tijdens deze wedstrijd, en voor een keer werd ze effectief geholpen door de dirigent. Als je als sopraan Rosina's Una voce poco fà wil zingen, dan moet je daar een goede reden voor hebben. Tehoval heeft die spijtig genoeg niet. Ze bijt niet genoeg in de tekst, de loopjes zijn niet juist genoeg en het geheel heeft te weinig weerhaakjes.

Shao Yu (tenor, China, 28) heeft een totaal andere tenor dan zijn Koreaanse collega. De klank is helderder en zijn stem projecteert beter. Hij heeft alles om een elegante Mozarttenor te worden. Zijn programma reflecteerde dat ook. Hij begon met Mit Würd und Hoheit angetan uit "Die Schöpfung". Een goed gebracht recitatief leidde naar een stijlvolle aria. Met de herhaling van Fentons Horch, die Lerche singt im Hain (wat hij ook in de eerste ronde gezongen heeft) demonstreerde hij zijn pianocultuur. Vervolgens dartelde hij licht en met perfect Frans door Vainement, ma bien aimée uit "Le Roi d'Ys". In Tamino's Bildnis-aria begint zijn registerovergang te sputteren en zijn er wat haperingen. Zou dat de verklaring zijn waarom hij een iets langere pauze nam vooraleer hij aan Lenski's Kuda, kuda begon ? Deze aria is toch een limietgeval voor zijn lichte tenor. Hij kon me er niet echt mee ontroeren, ook al omdat hij het nogal eenvormig bracht.

Mijn zes winnaars zijn, in volgorde:

Hyesang Park (sopraan, Korea, 25 jaar) en Yoo Hansung (bariton, Korea, 29) krijgen een eervolle vermelding. Maar zoals gewoonlijk zal de jury wel weer met een paar verrassingen komen...

Publicatie: zaterdag 31 mei 2014 om 22:08
Rubriek: Concert