IMKEB 2014 - Halve finale, dag 3
De laatste dag van de halve finale was een uitzonderlijke dag. Vooral omdat er vijf zangers, waaronder niet minder dan vier tenors, en slechts drie zangeressen optraden.
Kim Junghoon (tenor, Korea, 26) was de eerste in de rij van drie Aziatische tenors. Het is een beetje vreemd dat hij meedoet aan deze wedstrijd aangezien hij in 2012 reeds het Voci Verdiane-concours in Busseto gewonnen heeft. Je zou dan denken dat alle operahuizen zouden staan dringen om hem te engageren... het is niet alsof de Verdi-tenors zo dik gezaaid zijn. Maar in plaats van het grote Italiaanse repertoire te zingen, wil hij blijkbaar zijn repertoire uitbreiden. Hij begon met het Benedictus uit Bachs "Hohe Messe"... een vergissing. Enig stijlbesef is hem vreemd, zijn intonatie zit verkeerd en hij glijdt naar elke noot. In Tamino's Bildnis-Arie leunt hij op zijn Italiaans in de tekst. Maar dit is mijlenver verwijderd van de Wunderlich-referentie. Zijn Duits is wel goed. Het Cujus animam uit het "Stabat Mater" van Rossini kan wel wat Italiaanse gusto hebben, en hij legt het er dan ook vingerdik op. In Chanson triste doet hij een eerste poging om piano te zingen... wat mislukt. Tombe degl'avi miei is meer zijn ding en past beter bij zijn grote, vibratorijke stem. Lenski's Kuda, kuda wordt weggezongen zonder enige levensbeschouwende inbreng.
Wang Kang (tenor, Australië, 26) had een interessant eerste deel. Een zanger die de volledige liedcyclus An die ferne Geliebte van Beethoven uitkiest, creëert bij mij hoge verwachtingen. Zijn Duitse uitspraak is goed, maar zijn dictie is wat aan de wollige kant. Er is weinig interpretatie behalve een overmaat aan Sehnsucht terwijl er veel meer emoties in deze cyclus zitten. Ik had regelmatig de indruk dat zijn stem niet helemaal goed zat en dat hij met iets te veel spanning zong. Hij eindigde met klassiek tenorrepertoire. Cavaradossi's Recondita armonia werd stijlvol gebracht met toch een mooi diminuendo op het einde. Hij begon met een kleine uitschuiver aan Ah, lève-toi soleil. Voor de rest was het een redelijke vertolking, zij het met een te witte hoogte naar mijn smaak.
Kim Seung Jick (tenor, Korea, 23) is de derde en laatste tenor van de namiddagsessie. Hij begon slapjes aan Chanson triste met een stem die nog niet goed de zaal vulde, maar wel minder brullerig dan de andere Kim. De coloraturen van Il mio tesoro intanto waren niet exact genoeg, maar hij heeft wel een voldoende lange adem. Hij kon zijn grote stem goed inzetten voor O, paradis uit Meyerbeers "L'Africaine". Daarna volgde een mooi expansieve Heimliche Aufforderung van Strauss in goed Duits. Voor een overigens correcte Bloemenaria uit "Carmen" had hij spijtig geen morendo slot in petto. Hij eindigde met Respighi's Nebbie en Prelude van ene Landon Ronald uit "A cycle of life". Deze Koreaan heeft zeker potentieel.
Sheva Tehoval (sopraan, België, 23) heeft nog geen stevige stem, wat haar beperkt in haar expressiemogelijkheden. Ze heeft wel een natuurlijke présence en zangstijl. Ze begon met een stijvolle Tornami a vagheggiar uit "Alcina". Daarna volgde een hoofdstukje liedkunst met liederen van Schubert en Poulenc. Auf dem Wasser zu singen wordt verondersteld zich in een roeibootje af te spelen. Maar met de snelheid waarmee ze het zong, leek het meer op een speedboot. Die junge Nonne was redelijk, maar er zit veel meer angst en verwachting in dit lied. C bouwde ze iets te snel op, waardoor ze te snel expressief vastliep. Fêtes galantes werd ook te hectisch uitgevoerd. Ze eindigde met een verfijnde Zeffiretti lusinghieri van Mozart en een sprankelende Juwelenaria uit "Faust".
Shao Yu (tenor, China, 28) bevestigde zijn indruk uit de eerste ronde als een intelligente tenor die ook een goed programma voorstelt. Hij begon met twee liederen uit "Les nuits d'été" van Berlioz. Met een rustige Au cimetière bouwt hij de spanning mooi op. L'île inconnue werd gekenmerkt door een prachtige prosodie. In Schumanns Sehnsucht nach der Waldgegend uit de Kerner-Liederkreis raakte hij de juiste toon met goed gevoel voor Sehnsucht. Hij heeft misschien niet de klankschoonheid van een Wunderlich-tenor, maar zijn Belmonte, met Wenn der Freude Tränen fliessen, heeft stijl en karakter... en zelfs een kleine triller. Hij eindigde met Ev'ry valley en zong een ronduit indrukwekkende "Confort ye".
Levente Pall (bas, Hongarije/Roemenië, 29) had voor de halve finale een beter passend programma uitgezocht dan voor de eerste ronde. Hij begon met drie Duitse ballades, die altijd goed klinken bij zijn type van zwarte, korrelige bas. Beethovens Floh-Lied had humor. Schumanns Die beiden Grenadiere had martiale dimensies. In Loewes Odins Meeresritt karakteriseerde hij goed het contrast tussen de machtige en gehaaste Odin en de gezapige smid Oluf. Daarna zong hij Why do the nations uit "Messiah"... ook zeer indrukwekkend, maar hij zat nog iets te veel in de ballade-sfeer. Na een correcte Goud-aria van Rocco, volgde La calunnia waarin hij duidelijk maakte wat een Rossiniaans crescendo is. Na het rustpunt van Collines Vecchia zimarra, volgde een uitstekende afscheidsaria van Banco Come dal ciel precipita.
Daniela Gerstenmeyer (sopraan, Duitsland, 29) had in de eerste ronde de meeste indruk gemaakt en dat blijft zo na haar halve finale. Ze begon met de concertaria Ah, lo previdi van Mozart waarin haar muzikaliteit in alle dimensies voorgesteld werd. In het recitatief haalt ze de emotie naar binnen, een totaal andere benadering dan Chiara Skerath die dezelfde concertaria zong. Maar het is vooral de cavatina "Deh, non varcar quell'onda" die geniaal was. Andromeda verheugt zich op de hereniging in de dood met Perseus. Gerstenmeyer maakt er een ware Mozartiaanse Liebestod van. Daarna volgden twee liederen. Strauss' Hat gesagt - bleibt's nicht dabei was verleidelijk en had charme. Nacht und Träume benaderde de perfectie met een mooie egale lijn en een fenomenale stembeheersing. Ze eindigde met een mooie Je dis que rien ne m'épouvante.
Susanna Hurrell (sopraan, Verenigd Koninkrijk, 27) sloot de halve finale af. Ze zingt met een mooie stem die goed zit, maar na verloop van tijd gaat een zekere eentonigheid in haar vertolkingen doorwegen. Ze heeft wel niet de traditionele Puccini-stem, maar Sì, mi chiamano Mimì kreeg toch een interessante en simpele vertolking. Meine Liebe ist grün van Brahms was een tussendoortje voor de hoofdbrok van het programma. Ze zong Ilia's Padre, germani, addio met een emotioneel recitatief vol wanhopige expressie. Gurney's Most holy night was gewoon mooi. In Korngolds Was Du mir bist begon haar hoogte wat scherp te klinken. Ze eindigde met Handel en Rodelinda's Mio caro bene.
Van de derde dag van de halve finale mag de volledige avondsessie van mij naar de finale. Sheva Tehoval is een reservefinaliste. Uiteindelijk zou mijn finale er als volgt uitzien (in volgorde van optreden):
- Jodie Devos (sopraan, België, 25 jaar)
- Emoke Baráth (sopraan, Hongarije, 28 jaar)
- Sarah Laulan (mezzo, Frankrijk, 29 jaar)
- Hyesang Park (sopraan, Korea, 25 jaar)
- Camille Schnoor (sopraan, Frankrijk, 27)
- Chiara Skerath (sopraan, Zwitserland, 26)
- Yoo Hansung (bariton, Korea, 29)
- Sheva Tehoval (sopraan, België, 23)
- Shao Yu (tenor, China, 28)
- Levente Pall (bas, Hongarije/Roemenië, 29)
- Daniela Gerstenmeyer (sopraan, Duitsland, 29)
- Susanna Hurrell (sopraan, Verenigd Koninkrijk, 27)
Publicatie: dinsdag 20 mei 2014 om 23:26
Rubriek: Concert