Il Grand' Inquisitor

Einstein on the beach in Parijs

Toen Philip Glass, Robert Wilson en Lucinda Childs in 1976 Einstein on the beach voorstelden in Avignon, tastten ze daarmee de grenzen van het operagenre af. De productie ging sindsdien de hele wereld rond en werd een legende. Na meer dan 35 jaar is ze nu te zien in de Parijse Châtelet. En ondanks haar leeftijd heeft ze nog niets aan zeggingskracht verloren.

Einstein on the beach kan bezwaarlijk een "normale" opera genoemd worden. Vormelijk lijkt het er wel op: vier bedrijven, afgewisseld met intermezzi die Glass "knee plays" noemt. Die vier bedrijven duren meer dan vier uur en worden zonder pauze uitgevoerd. A priori lijkt dat een uitdaging, maar eenmaal de voorstelling begint, word je geabsorbeerd in de muziek van Glass en de beelden van Wilson.

De opera heeft geen verhaallijn, maar is geïnspireerd op iconische foto's van Einstein en zijn theorieën. De herhaling is een constante op alle vlakken. Glass spreekt liever over "progressie" met muziek die met heel kleine stapjes evolueert. Maar het lijkt alsof hij telkens een handvol noten neemt en die dan een paar honderd keer herhaalt. Ook de teksten en de danspatronen, uitgevoerd door The Lucinda Childs Dance Company, worden onnoemelijke keren herhaald.

De teksten worden gesproken en niet gezongen. Er is wel een twaalfkoppig koor, maar hun "teksten" bestaan uit klinkers of getallen - "one-two-three-one-two-three-...". Vaak zingen ze letterlijk de noten, zoals "la-si-do-si-la-fa-la-si-do-si-la-fa-...". De muziek kan je er eenvoudig bij fantaseren. Er is één vocaal solomoment en één duet. Alle zangers zingen met versterking.

We kennen Bob Wilson uiteraard van zijn talloze opera-ensceneringen. Het is dan ook enigszins verrassend dat zijn beeldtaal in de loop van de decennia nauwelijks gewijzigd is. Er is natuurlijk de strakke choreografie van alle bewegingen, inclusief een "Egyptian Walk". Maar er is ook de achterwand met een wijzigende kleurgradiënt, lichtgevende objecten die door de lucht zweven zoals de platte cilinder tijdens de twee dansscènes of de draaiende rechthoek tegen een pekzwarte achtergrond in de scène "Bed".

Het is daarom dat de eerste scène van de opera, "Train", niet bevreemdend overkomt. Het hoeft trouwens niet te verbazen dat verschillende scènes met treinen of reizen te maken hebben (ook nog "Night train" in het tweede en "Space machine" in het vierde bedrijf) als men een opera bedenkt over Einstein. Treinen zijn nu eenmaal een geliefd pedagogisch object om "relativiteit" uit te leggen.

In die eerste scène rijdt een trein traag over het podium, op een stelling staat een jongetje papieren vliegertjes te gooien. Ondertussen voert Caitlin Scranton "Solo for Character in Three Diagonals" uit, wat in 1976 door Lucinda Chields zelf gedanst werd. Het is een eindeloze opeenvolging van negen stappen vooruit en negen stappen achteruit terwijl ze armbewegingen maakt die het midden houden tussen een agente die het verkeer regelt en een stewardess die haar veiligheidsroutine doorloopt.

Einstein is op allerlei manieren aanwezig in de voorstelling. Een foto van Einstein in Princeton was de start van het hele gebeuren en diende als inspiratie voor de kostuums van het koor en de acteurs... een hemd met korte mouwen, lichte slobberbroek met bretellen, tennisschoenen en een uurwerk.

Einstein-de-professor duikt vooral op tijdens de "knee plays" als de acteurs bewegingen maken alsof ze op een fictief schoolbord aan het schrijven zijn. Voor Einstein-de-violist komt Antoine Silverman uit de orkestbak en speelt vioolsolo's gezeten op een stoel en met een witte Einstein-pruik op. En op het einde van "knee play 4" steken alle koorleden tegelijkertijd hun tong uit.

Alhoewel de voorstelling meer dan vier uur geduurd heeft, vliegt de tijd voorbij, als wordt het ruimte-tijd-continuüm doorbroken. Dit is echt een legendarische en fascinerende productie, die ik iedereen kan aanraden om te gaan zien... als ze ooit nog eens in de buurt is.

Publicatie: maandag 13 januari 2014 om 09:15
Rubriek: Opera