Il Grand' Inquisitor

Lakmé in Parijs

Lakmé werd in 1883 gecreëerd in de Salle Favart en vijftig jaar later was de opera al meer dan 1000 keer opgevoerd. Die immense populariteit is ook vandaag nog merkbaar... het is één van de producties in Parijs die bijna ogenblikkelijk uitverkocht was. Het was dan ook al bijna 20 jaar geleden dat Lakmé nog eens opgevoerd werd in de Opéra Comique.


foto's © Pierre Grosbois

Lakmé is het klassieke Romeo-en-Julia-verhaal over de onmogelijke liefde tussen de Indische Lakmé, dochter van de brahmaan Nilakantha, en de Britse soldaat Gérald... die eindigt met de zelfmoord van Lakmé nadat ze in een giftige bloem bijt. Lilo Baur heeft dit mooi in beeld gebracht op een sober gestileerd decor.

Iedereen kent uiteraard het beroemde Bloemenduet of de Klokjesaria. Maar Delibes heeft een onwaarschijnlijke stroom aan melodieën gecomponeerd, enkel in het laatste bedrijf zijn een paar momenten die iets minder geïnspireerd lijken. Maar ook op orkestraal vlak is Lakmé een stuk interessanter dan wat gewoonlijk aangenomen wordt.

François-Xavier Roth dirigeerde Les Siècles, dat uitgerust is met Franse instrumenten die dateren uit het einde van de 19de eeuw. Vooral bij de blazers zorgde dat voor een specifiek coloriet (en de paar gebruikelijke valse noten) in vergelijking met moderne instrumenten. Roth koos ook voor een historische opstelling van het orkest. Hijzelf stond bijvoorbeeld niet tegen de achterkant, maar in het midden van de orkestbak met de instrumenten rond zich.

Twintig jaar gelden, zong de jonge Natalie Dessay de rol van Lakmé. Nu is het de beurt aan Sabine Devieilhe, die een maand geleden nog de zieke Sandrine Piau verving in Dialogues des Carmélites. Van meet af aan wist ze te charmeren met haar gebed "Blanche Dourga". Ze heeft een kristallen sopraan en een kraakheldere dictie. Met loepzuivere coloraturen en een mooie etherische hoogte beweegt ze moeiteloos door de klokjesaria "Où va la jeune Hindoue" (maar perfecte trillers blijven problematisch, blijkbaar ook voor coloratuursopranen), wat resulteerde in een van de meest overweldigende ovaties die ik ooit in het midden van een voorstelling heb meegemaakt. Tenslotte ontroerde ze met het delicaat uitgevoerde wiegenlied "Sous le ciel tout étoilé". Het is nuttig om weten dat ze op het einde van het seizoen in de Munt Eurydice zal zingen...

Ze kreeg repliek van Frédéric Antoun, die we in Munt als Cendrillon-prins konden horen. Hij liet wel aankondigen dat zijn stem niet helemaal in orde was, maar daar bleek weinig van te merken. Hij zong Gérald met een lichtjes gebronsde tenor, mooi homogeen en met goed gebruik van voix mixte. Paul Gay was een passend wraakzuchtige Nilakantha met een enigszins rauwe bariton. Jean-Sébastien Bou liet zich opmerken als Frédéric, de vriend van Gérald. Een aantal van de kleinere rollen werd vertolkt door leden van de "Académie de l'Opéra Comique", waarbij de sopraan Marion Tassou indruk maakte als Ellen (de verloofde van Gérald).

Om af te sluiten, vielen me twee zaken op in de biografieën van de zangers. Jean-Sébastien Bou is voorzien voor Don Giovanni in de Munt (ik hoop nog altijd op een herneming van de McVicar-productie, maar dat zal wel ijdele hoop zijn). Maar opmerkelijker is dat Paul Gay de rol van Don Diègue aan het instuderen is voor een of ander Parijs operahuis... Massenets Le Cid is nog zo'n opera waar ik al jaren op wacht om die eens live te horen.

Publicatie: zaterdag 11 januari 2014 om 10:08
Rubriek: Opera