Werther in Parijs
Rond 1900 herschreef Jules Massenet zijn opera Werther voor de illustere bariton Mattia Battistini. Sinds 1910 werd deze baritonversie nauwelijks nog opgevoerd, om redenen die me tijdens de voorstelling in Parijs duidelijk werden.
Door de tenorpartij te vervangen door een baritonpartij verliest de opera vooral aan helderheid en impact. Sommige aria's werden zelfs volledig herschreven; "Pourquoi me réveiller" bijvoorbeeld, is nauwelijks te herkennen. Ook het effect dat de tenor kan hebben op het einde van het tweede bedrijf als hij door het orkest klieft, wordt niet geëvenaard door een bariton. Het lijkt alsof het alleen maar om hoge noten gaat... maar het is pas als ze ontbreken, dat je merkt hoezeer je ze mist. Het is trouwens verrassend hoe weinig de partij gebruik maakt van het hoge register... terwijl het net dat deel van Battistini's stem is dat in die periode nog quasi intact is, getuige de 78-toerenplaten die hij nagelaten heeft.
Je kan je dus afvragen waarom een operahuis de baritonversie zou willen uitvoeren. Maar ik kan me voorstellen dat een zanger met ego als dat van Thomas Hampson moeilijk kan weerstaan aan de drang om in de voetsporen te treden van "il re di baritoni". Vijf jaar geleden zong hij de rol ook al in de MET en deze week waren er twee concertante opvoeringen in het Théâtre du Châtelet.
Het probleem is dat Thomas Hampson niet voldoende de stijl beheerst van een Franse bariton. De helft van de tijd is hij onbegrijpbaar. Enkel als hij in de bovenste helf van zijn stem vertoeft, krijgt zijn stem een min of meer natuurlijke helderheid en lichtheid. Maar voor de rest is het een wollig gewauwel. Aangezien de expressie van Werther logischerwijze voortkomt uit de tekst, vond ik Hampson allesbehalve overtuigend. Als de rol bezet zou geweest zijn met een echte Franse bariton - iemand als Ludovic Tézier of Philippe Rouillon - dan zou de voorstelling misschien nog enigszins opwindend geweest kunnen zijn. Maar de ongeschiktheid van Hampson als Werther zal zijn grote schare fans worst wezen... en weerhield er hen niet van om na elk bedrijf de zaal bravo-gewijs af te breken.
Net als in New York zong Susan Graham de rol van Charlotte. Als enige andere niet-Franse zanger overtuigt zij wel min of meer. Haar Frans is een stuk duidelijker dan dat van Hampson, maar toch sloeg de vonk nooit echt over. Het begin van "Va, laisse couler mes larmes" was wel aangrijpend. Maar het is spijtig dat ze resoluut weigert om verder in de aria voluit gebruik te maken van haar borstregister, waardoor een deel van de aria platvalt.
Michel Plasson creërde een nogal excentrieke klankwereld met het Orchestre National du Capitale de Toulouse. Het orkest stond trouwens vol met tientallen microfoons. Ik veronderstel dat er binnenkort dus wel een opname zal verschijnen, die vooral omwille van documentaire redenen enige waarde kan hebben.
Publicatie: vrijdag 30 april 2004 om 12:25
Rubriek: Opera