Il Grand' Inquisitor

Yevgenij Onegin in Kinepolis

De Met begon haar seizoen, én de cinema-uitzendingen, met een nieuwe productie van Yevgenij Onegin. De productie van Deborah Warner, in samenwerking met ENO, vervangt daarmee de amper vijftien jaar oude Carsen-productie.

De productie voelt heel klassiek aan, al worden er een paar beperkte vrijheden genomen met het libretto. Zo schrijft Tatiana haar brief niet in de intimiteit van haar slaapkamer maar in de veranda waar ze een paar uur eerder Onegin ontmoet heeft. De slotscène speelt zich buiten af in plaats van in Tatiana's boudoir. Naast de evocatie van een stemmige sneeuwavond, trekt dat ook een parallel met de duelscène... waar Onegin een eerste keer in de sneeuw "sterft" na het doden van Lenski, de tweede keer na de finale afwijzing door Tatiana.

De ook bij ons bekende actrice Fiona Shaw was verantwoordelijk voor de personenregie. Ze gaat voor subtiele - haast filmische - details die uitstekend werken op het grote scherm, maar die mogelijk verloren gaan in de zaal. De rol van Onegin krijgt daardoor bijvoorbeeld meer diepgang. In het eerste bedrijf is hij niet de arrogante of aggressieve zak zoals hij vaak afgebeeld wordt (herinner de Onegin-productie van Loy in de Munt). Zijn passies laaien pas hoog op in het laatste bedrijf. Het is eerder Lenski die zich niet kan beheersen en Olga, Traviata-gewijs, tegen de grond gooit na haar vermeende ontrouw. Tatiana valt ook op daar haar terughoudende vertolking. Bij haar zijn het vooral haar blikken die boekdelen spreken. Als ze Onegin in het laatste bedrijf terugziet, bliksemt ze hem haast neer met haar verzengende blik. Desalniettemin hebben zowel Onegin als Tatiana hun onvermijdelijk operamoment waarbij ze over de grond moeten rollen...

De Met heeft voor deze productie een bijna-ideale bezetting bij elkaar gebracht. Ik behoor dan wel niet tot de schare fans van Anna Netrebko, maar Tatiana is een rol die haar op het lijf gegoten zit en perfect in haar stem ligt. Haar briefscène was ontroerend, haar slotscène nobel. Ontroering was ook nooit ver weg tijdens Lenski's "Kuda, kuda". Piotr Beczala beschikt over de lyrische stem die ook de iets zwaardere momenten aankan. Mariusz Kwiecien zingt hoofdzakelijk een mooi fraserende Onegin, expressief blijft hij de eerste bedrijven wat op de achtergrond. Oksana Volkova zong een correcte Olga.

Het enige minpunt van de bezetting was de Gremin van Alexei Tanovitski. De helft van zijn liefdesaria zong hij blijkbaar in een toonaard die hij niet met dirigent Valery Gergiev afgesproken had. Zijn stem klinkt ook nooit echt mooi... er moeten toch betere bassen in het Mariinsky te vinden zijn ? De "oudere" dames werden dan weer uitstekend vertolkt door Elena Zaremba (Larina) en Larissa Diadkova (Filippyevna).

Publicatie: zondag 6 oktober 2013 om 08:29
Rubriek: Opera