Waltraud Meier in de Munt
Het is al vijftien jaar geleden dat Waltraud Meier nog eens in de Munt te horen was. Toen zong ze onder andere Frauenliebe und -leben, vandaag stond Schumanns liedercyclus ook centraal in haar recital samen met pianist Joseph Breinl.
Zeggen dat haar stem nauwelijks veranderd is, zou de waarheid geweld aandoen. Ja, haar stem klinkt versleten. Ja, haar hoogte is penibel. Ja, ze klinkt soms rauw en raspend. Ja, een enkele keer schakelt ze over op Sprechgesang. En ja, soms verdwijnt de kleur samen met haar vibrato uit haar stem. Maar toch...
Toch weet ze met al haar ervaring een consequente Frauenliebe und -leben te zingen. Er zijn twee extreme uitvoeringsmogelijkheden. Een jonge frisse sopraan kan het extatische van de liedcyclus benadrukken en de liederen op het moment beleven. Waltraud Meier neemt de andere mogelijkheid, uitgaande van het negende gedicht van Chamisso dat Schumann niet letterlijk gecomponeerd heeft. In dat gedicht komen we te weten dat een oudere vrouw met de vorige gedichten haar leven en herinneringen vertelt aan haar dochter.
Het is deze weg die Waltraud Meier gekozen heeft om een rustige, contemplatieve Frauenliebe te zingen. Al haar vocale zwakke punten kan ze compenseren dankzij haar intelligente vertolking. Vertrekkend vanuit dit idee wordt Du Ring an meinem Finger het kantelmoment. Haar (oude) ring is de aanleiding voor heftige herinneringen waarbij de emoties hoog oplopen. Helft mir, ihr Schwestern vindt iets moeilijker een plaats in deze vertolking en het slotlied Nun hast du mir den ersten Schmerz getan was aanvankelijk iets te beladen met woede, maar voor de rest was het een doorleefde uitvoering.
In de Schubert-liederen waarmee ze de avond begon, is het iets moelijker om een en ander weg te steken. De dramatische momenten van Der Zwerg kwamen nog het beste tot uiting. Der Wanderer miste het Sehnsucht-gevoel (ook in het pianospel van Breinl) en Du bist die Ruh is zelfs voor een zanger in vocale topvorm niet evident.
Het deel na de pauze was volledig aan Mahler gewijd. Met de drie Wunderhorn-Lieder kon ze me maar matig boeien. Bij Wo die schönen Trompeten blasen begonnen zelfs mijn aandacht af te dwalen. Halverwege de Rückert-Lieder, meer bepaald in een relatief snelle Um Mitternacht, vond ze haar grote stem terug. Daarna leek alles veel eenvoudiger te gaan, inclusief Ich bin der Welt abhanden gekommen.
De avond werd afgerond met drie bisnummers. Het viel op hoe groot het verschil is tussen haar spreek- en zangstem toen ze op dramatische wijze Mozarts Als Luise die Briefe ihres ungetreuen Liebhabers verbrannte aankondigde. Erlkönig behoefde geen aankondiging en met Brahms' Wiegenlied kwam het signaal dat het tijd was om af te ronden...
Publicatie: woensdag 12 december 2012 om 23:11
Rubriek: Liedrecital