Il Grand' Inquisitor

Susan Graham in Parijs

Ook in een grootstad als Parijs is het niet evident om een beperkte zaal als die van "Le Châtelet" te vullen voor een liedrecital, zelfs al is het met een ster als Susan Graham en een liedpianist van het kaliber als Malcolm Martineau. Anderzijds, het feit dat tegelijkertijd een paar Fransen in Oekraïne tegen een bal aan het stampen waren, is misschien ook een reden waarom de zaal voor meer dan een derde leeg bleef.

Ze brachten een programma met vrouwenportretten. Het eerste deel van de avond kwamen de min of meer onschuldige vrouwen aan bod, na de pauze de iets minder onschuldige. Zo begonnen ze met Tell me, some pitying angel van Purcell, een cantate waarin Maria haar 12-jarig zoontje Jezus even kwijt is in de tempel. De stem van Susan Graham klonk in dit eerste stuk nog klein en genepen, maar haar expressiviteit om de recitatieven boeiend te maken waren volop aanwezig. Het zelfde geldt voor Berlioz' La mort d’Ophélie.

Het laatste blok was gewijd aan Mignon met zes liederen van evenveel componisten... en er voltrok zich een metamorfose, met eerst Heiss mich nicht reden van Schubert. Martineau zette de toon met een perfecte introductie en Graham zong adembenemend mooi met een ronde toon, op een weggeslikt kikkertje na. Haar stembeheersing is verbluffend met een volledig dynamisch bereik in alle registers, zelfs piano zwevende tonen in de hoogte.

Af en toe voegt ze wel expressieve pauzes in om nadien haar stem perfect te kunnen plaatsen, zoals bij "Ein jeder sucht im Arm des Freundes ... Ruh". In het vervolg passeerden nog Schumanns So lasst mich scheinen, de Tchaikovsky versie van Nur wer die Sehnsucht kennt, met warm timbre gezongen, en drie versies van Kennst du das Land... Liszt, Duparc en Wolf. Bij de bisnummers kwam nog een vierde versie, die van Ambroise Thomas, Connais-tu le pays, uit Mignon.

Na de pauze veranderde de sfeer. Lady Macbeth van Joseph Horovitz was me onbekend. Het is een relatief modern werk (gecreëerd in 1970) met minimale pianobegeleiding. Het is een grote scène in drie delen, ontnomen aan drie cruciale momenten van Shakespeares toneelstuk... in "Glamis thou art" komt haar ambitie naar boven, met "He is about it" voltrekt zich de moord op Banquo en met "Out, damned spot" probeert ze het bloed van haar handen te vegen. Het is geschreven als een lang recitatief met weinig arioso-momenten, waardoor het
perfect is voor een zangeres als Susan Graham om al haar expressiviteit en vocale kleuren boven te halen. Ze doet dat met verve en zette een fascinerende Lady neer, waarbij ik constant op het puntje van mijn stoel zat.

Met de zes mélodies van Poulencs Fiançailles pour rire - die ik iets minder geslaagd vond, vooral in de snellere liederen zoals Il vole waar haar Frans minder verstaanbaar was - werd een brug geslagen naar het lichtere slot van de avond. Eerst werden alle mannen uitgelachen met J’ai deux amants, waarbij ook haar acteertalent als operazangeres bovenkwam. Na een uittreksel uit het hilarische The physician van Cole Porter en het melancholische Ages ago van Vernon Duke eindigde ze met Sexy Lady, het werk dat Ben Moore voor haar geschreven heeft en dat ook bekend is van haar Carnegie Hall-CD.

Bij de bisnummers kregen we nog haar favoriete A Chloris en The boy from... van Sondheim. Daarin wordt ze verliefd op een jongen uit het (fictieve) dorpje "Tacarembo La Tumbe Del Fuego Santa Malipas Zacatecas La Junta Del Sol Y Cruz" (wat met goed komisch effect als een "running joke" gebruikt wordt doorheen het lied), tot blijkt dat hij meer in andere jongens geïnteresseerd is en gaat verhuizen naar Wales... naar Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch.

Ondertussen is ook het volgende seizoen van Le Châtelet bekend. Zoals gewoonlijk de laatste jaren, is er weinig dat de moeite waard is, behalve Street Scene van Kurt Weill en een liedrecital van Karita Mattila.

Publicatie: zondag 24 juni 2012 om 08:58
Rubriek: Liedrecital