Il Grand' Inquisitor

Oedipe in de Munt

Oedipe van Enescu is één van die opera's waar iedereen die wel eens door een operaboek bladert, van gehoord heeft, maar waarvan de kans klein is om hem effectief live mee te maken. Het is dan ook lovenswaardig dat de Munt deze opera eindelijk op haar programma plaatste, in een regie van het gezelschap La Fura dels Baus en met Leo Hussain in de orkestbak.


foto © Bernd Uhlig

In het programmaboek valt te lezen dat hun "concept" geïnspireerd is op de ramp in Hongarije toen vorig jaar een dam van een slibreservoir doorbrak en een volledige vallei overspoeld werd met het rode giftige goedje. Ze trekken een parallel tussen deze recente milieuramp en de pest die Thebe teistert als straf voor de moord op koning Laïus. Die moordenaar is uiteraard zijn zoon Oedipus, zoals in het eerste bedrijf door Tiresias voorspeld was. Het is een interessant uitgangspunt, maar het probleem met dit soort concepten is dat ze nooit volledig werken. Die pest breekt bijvoorbeeld pas in het derde bedrijf uit en er is eigenlijk geen reden waarom in het eerste bedrijf - bij de geboorte van Oedipus - alles al onder de modder zit.

Anderzijds is dat idee nu ook weer niet zo belangrijk. Het is leuk als weetje hoe ze tot die roestbruine kostuums gekomen zijn, maar meer niet. Toen het doek opging voor het eerste bedrijf en het koor in vier niveaus boven elkaar opgesteld stond, moest ik bijvoorbeeld eerder aan het Chinees terracotta-leger denken... wat trouwens even irrelevant is. Maar het levert wel een mooi beeld op, een van de weinige van de hele voorstelling. Het slotbeeld - de blinde Oedipus die zich eerst zuivert onder een waterval en dan opgenomen wordt in het licht - was er nog één.

We hebben ooit in de Munt al een trein zien crashen, nu laten ze in de scène met de sfinks een Duitse duikbommenwerper op het Muntpodium landen. Zowel dat vliegtuig als de sfinks hebben vleugels, maar daar houdt de vergelijking dan ook op. Van die sfinks zou dreiging moeten uitgaan, maar de dreiging van een geparkeerd vliegtuig is een stuk minder indrukwekkend. Op papier leek dat misschien een goed idee, maar in de praktijk werkt het niet echt... maar het stoort ook niet.


foto © Bernd Uhlig

Oedipe heeft maar één echt grote rol. Tijdens de opera, krijgen we zo ongeveer heel het leven van Oedipus te zien van bij zijn geboorte tot aan zijn dood. De zanger moet die hele evolutie en de verschillende facetten van zijn wezen kunnen overbrengen. Oedipe vraagt minstens een bas-bariton of toch zeker een bariton met voldoende dramatisch gewicht om op te kunnen tegen de dikke orkestklank. De Munt heeft voor deze rol twee alternerende zangers voorzien, die eigenlijk geen van beide ideaal zijn.

Andrew Schroeder komt nog het dichtst in de buurt, maar hij heeft weinig uitstraling als koning en is nogal slaapverwekkend in zijn vertolking. Dietrich Henschel slaagt er wel in om het psychologisch pad van Oedipus weer te geven. Maar echt overtuigen, doet hij enkel in het tweede bedrijf. In het dramatische derde bedrijf - dat eindigt met de scène waar hij zijn eigen ogen uitsteekt - verdrinkt hij in het orkest en blijft er weinig over van zijn inleving.

En dat terwijl er wel degelijk een potentiële Oedipe in de bezetting rondloopt, maar die zingt slechts het rolletje van Créon. Robert Bork heeft de scenische autoriteit én het vocale gewicht, en zou volgens mij veel beter geschikt geweest zijn. Bij de andere kleine rollen vallen de ronkende bas van Jean Teitgen als de Hogepriester op, de hypnotiserende glissando-rijke Sfinx van Marie-Nicole Lemieux, de presente Jocaste van Natascha Petrinsky en de sobere Antigone van Ilse Eerens.

De video van deze productie zal vanaf 12 november gedurende drie weken te zien zijn op de website van de Munt.

Publicatie: maandag 7 november 2011 om 17:09
Rubriek: Opera