Il trittico in London
Van de drie eenakters van Il trittico had regisseur Richard Jones het komische slot al eerder geënsceneerd, als "double bill" met L'heure espagnole. Als openingsproductie van Covent Garden dit seizoen heeft hij nu de twee andere opera's ook aangepakt, weliswaar met telkens een andere decorontwerper.
Antonio Pappano was even geniaal als altijd en haalde alles uit de kleurrijke partituur van Puccini. In Il tabarro weerklonk Parijs met al zijn achtergrondgeluiden. De cello-pizzicati in Suor Angelica zorgden voor extra dreiging in de scène met de Zia Principessa. Gianni Schicchi leek wel een expressionistisch meesterwerk.
foto © Royal Opera House, Covent Garden
Il tabarro begon met een statisch stilleven en zag er heel klassiek. Langs een Parijse kade lag het binnenschip van Michele en tijdens wat dodere momenten passeerden matrozen of koppeltjes over de kade. Het spannende slot was pure Hitchcock nadat Michele de vermoorde Luigi onder zijn mantel verstopt had terwijl hij zelf uit het zicht van Giorgetta bleef.
Michele vraagt een dramatische bariton, wat Lucio Gallo eigenlijk niet is, ondanks zijn poging om zich in dat vak te profileren. Hij mist daardoor soms de vocale autoriteit voor Michele, maar dat neemt niet weg dat hij een schitterende "Nulla, silenzio" zong met veel oog voor variatie. Aleksandrs Antonenko was een stralende Luigi.
Het zal wel een kwestie van smaak zijn, maar het Italiaanse verismo en Eva-Maria Westbroek is een lastige combinatie. Ze is op haar best tijdens de lyrische momenten als ze droomt over haar vroegere leven in Belleville. Voor de rest, miste ik te vaak de Italiaanse sfeer om echt te overtuigen.
foto © Royal Opera House, Covent Garden
Richard Jones verplaatste Suor Angelica naar een ziekenzaal, waar de nonnen verpleegzusters geworden zijn. Ze leven daardoor niet echt in een gesloten gemeenschap, maar over het algemeen werkt het wel goed. Er is geen miraculeus slot bij de dood van Suor Angelica. Aangezien de ziekenzaal vol kinderen lag, verwachtte ik halvelings iets in die richting. Terwijl de andere zusters alles opruimen na de dood van Suor Angelica, komt het scènebeeld weer tot stilstand... net zoals Il tabarro begon.
Oorspronkelijk was Anja Harteros voorzien voor Suor Angelica (dat was tevens een van de redenen waarom ik deze voorstelling wou zien). Uiteindelijk werd ze vervangen door Ermonela Jaho. Vorig jaar was ze geen bijster meeslepende Mimi in de Munt. Als Suor Angelica is ze verdienstelijk. Ze kon even ontroeren met "I desideri sono i fior dei vivi" en ze zong een redelijke "Senza mamma". Maar voor de dramatische momenten - zoals haar uitroep "O Madonna, salvami" - heeft ze niet genoeg stem, zeker niet in de grote zaal van Covent Garden. Anna Larsson was daarentegen een grootse Zia Principessa met veel donkere kleuren en een majesteitelijke présence.
foto © Royal Opera House, Covent Garden
Gianni Schicchi is een wervelende voorstelling die nooit stilvalt, tenzij even bij het obligaat applaus na "O mio babbino caro". We zijn in een Italiaanse kamer in het midden van de vorige eeuw. Alle gebruikelijke ingrediënten zijn aanwezig... van het gezeul met de dode Buoso Donato, over de zoektocht naar het testament, de verkleedpartij van Schicchi tot het gezwaai met de afgestompte arm.
Lucio Gallo is volledig in zijn element als Gianni Schicchi. Anna Devin verving de zieke Ekaterina Siurina als Lauretta en Francesco Demuro was een beloftevolle Rinuccio met een mooie lyrische tenor. Maar Gianni Schicchi staat of valt met het samenspel en de perfecte timing van de volledige bezetting. Dat verliep in deze voorstelling op rolletjes, waardoor Il trittico toch met een orgelpunt eindigde.
Publicatie: zondag 18 september 2011 om 09:16
Rubriek: Opera