Otello in Parijs
Nog tot het einde van het seizoen wordt Otello opgevoerd in de Bastille in een herneming van de productie van Andrei Serban uit 2004.
Het is een neutrale enscenering met een functioneel decor... witte muren met zicht op de zee achter een prikkeldraad. Met lichte gordijnen wordt structuur gebracht in het scènebeeld. Het overvloedig gebruik van videobeelden zorgt voor sfeer. Maar de rollende golven die over de openingsscène geprojecteerd worden, beginnen snel te irriteren.
Het meest geslaagd is de slotscène en het lijkt tevens het enige moment te zijn waarop een regisseur aan het werk geweest is. Als Otello Desdemona komt vermoorden, strooit hij eerst zwart geblakerde takken rond het bed alsof hij een brandstapel wil bouwen. Vervolgens brengt hij oorlogsstrepen aan op zijn gezicht en wurgt hij Desdemona met haar huwelijkssluier. Als extra toevoeging snijdt Iago Emilia's keel over vooraleer hij ontsnapt. Terwijl de laatste noten van de opera wegsterven, verschijnt hij achteraan de scène en laat de fameuze "fazzoletto" in de zee vallen.
Met de Letse tenor Aleksandrs Antonenko is een nieuwe Otello opgestaan. Aanvankelijk zong hij nog omfloerst, maar al snel bloeide zijn stem open met een stralende hoogte en donkere spinto-fundering. Zijn timbre deed me wat aan Jon Vickers denken, maar de hele avond had ik het gevoel dat ik naar een interpretatieve kopie van Domingo zat te luisteren.
Desdemona zou ideaal moeten zijn voor Renée Fleming, maar zoals gewoonlijk geeft ze haar versie van de opera en niet noodzakelijk die van Verdi. Dat ze in haar "Ave Maria" alle nuances van het piano uitpluist, is perfect verantwoord en het resultaat is ook mooi. In de rest van de voorstelling, zoekt ze kleuren waar er geen zijn, probeert ze individuele woorden te beklemtonen of net niet. Het gevolg is dat er nooit een egale lijn in haar frasering zit.
Lucio Gallo is een randgeval wat Verdi-baritons betreft, maar desalniettemin zong hij een expressieve Iago, zij het met wat slordigheden in zijn Brindisi. Hij houdt ervan om zich vast te bijten in de tekst, maar doet dat zonder zijn zanglijn te verstoren. Michael Fabiano was een stijlvolle Cassio. Bij de kleinere rollen zong Carlo Cigni een opmerkelijke Lodovico... een bas om in de gaten te houden.
Publicatie: zaterdag 2 juli 2011 om 08:52
Rubriek: Opera