Il Grand' Inquisitor

Wozzeck in Keulen

Dit seizoen zou de opera van Keulen gesloten worden voor renovatie, maar omwille van allerlei politieke en financiële redenen is dat op de lange baan geschoven. De voorbereidingen waren daar uiteraard wel al voor getroffen, zodat verschillende producties extra muros spelen... waaronder ook hun nieuwe productie van Wozzeck in het Palladium.

Dat Palladium is een tot evenementenhal omgebouwde fabriek uit de 19de eeuw in het noorden van Keulen. In een lange hal in staalbouw, waar vroeger machines gebouwd werden, is nu een langgerekte zaal gebouwd met podium, diepe orkestbak en een oplopende tribune. Dit soort zalen zijn uiteraard niet geconcipieerd als operazaal. Maar op de plaats waar ik zat (rij 10), was de akoestiek en de balans tussen orkest en zangers toch behoorlijk goed.


foto © Bernd Uhlig

De regisseur Ingo Kerkhof heeft van de nood een deugd gemaakt en laat het volledige podium leeg. Er is wel een decorontwerper, maar die heeft enkel twee douche-gordijnen en de voorgevel van een tent voor de herberg ontworpen. Wozzeck is een vat vol opgekropte frustratie, waarvan de stoppen doorslaan als hij Marie en de Tambourmajor betrapt. De jaloezie wordt daardoor nog iets explicieter dan dat hij enkel moet verder gaan op de vermoedens die opgewekt worden door het vinden van de oorbellen.

In het laatste en tevens meest aangrijpende bedrijf zijn er nog zo van die kleine aanpassingen. Hij vermoordt Marie door haar nek te breken, waardoor de scène om het mes in de vijver te gooien een beetje wringt. Hij verdrinkt ook niet, maar terwijl de dokter en de kapitein vanuit de zij-gallerijen neerkijken op de "vijver" blijft Wozzeck rechtop staan en gaat hij pas op het einde naast Marie liggen. Door Marie te vermoorden, sterft hij zelf ook...

De titelrol werd gezongen door Florian Boesch, een Oostenrijkse bariton met een uniek kruimelig timbre die ik tot nu toe enkel in liedrecitals gehoord heb. Met Wozzeck bestrijkt hij een heel breed palet aan uitdrukkingsmogelijkheden van mooi legato zingen over fluisteren en roepen tot expressief Sprechgesang. De Marie van Asmik Grigorian beviel me iets minder. Ze roept iets teveel naar mijn goesting en zelfs in de aandoenlijke scène met haar kind verwart ze expressief krijsen met emotie. In de meer gesproken delen is wel een geaccenteerd Duits hoorbaar, maar haar gezongen Duits is veel moeilijker te verstaan... wat heel haar vertolking hypothekeert aangezien het Palladium niet voorzien is van boventitels.

Publicatie: zondag 12 juni 2011 om 09:00
Rubriek: Opera