Il Grand' Inquisitor

Hérodiade in Antwerpen

Massenet is één van de Franse componisten wiens opera's straal genegeerd worden door de meest operahuizen, afgezien van een occasionele Werther of Manon, of nog occasionelere Don Quichotte of Cendrillon. Het verdient dan ook niets dan lof dat de Vlaamse Opera Hérodiade opvoert, een opera die trouwens ooit in de Munt gecreëerd werd. Dirigent Dmitri Jurowski en regisseur Joachim Schlömer geloven echter zelf niet in de opera en gebruiken dat als alibi om de opera aan te passen. Sommige van die aanpassingen werken al beter dan andere.

Een eerste soort aanpassingen zijn verschuivingen van scènes. De meest opvallende is het verplaatsen van de voorspellingsscène van Phanuel van het derde bedrijf naar het begin van de opera. Er wordt daardoor een kader gecreëerd voor de rest van de opera, dat wel zin heeft. Ook met een paar coupures links en rechts valt te leven. Het is wel verrassend dat het ballet geknipt werd, gezien de historiek als danser en choreograaf van Schlömer... maar twee dansers - met hertenkop, of als roze langharige paashaas - zorgen toch voor enig divertissement.

Problematischer zijn de toevoegingen of de ingrepen in de partituur. Zo daalt Vitellius neer uit de hemel en debiteert een stuk van Cicero, waar hij blijkbaar een microfoon voor nodig heeft. Het koor "Romains ! Nous sommes Romains !" wordt zonder muziek gescandeerd, in een Latijnse vertaling. In het slot van de opera stopt Hérodiade ook met zingen als ze "Ma fille" begint te roepen tegen een achtergrond van tromgeroffel. Wat mij betreft was dat een anti-climax van jewelste, vooraleer de opera met "Jour d'horreur" eindigt.


foto © Annemie Augustijns

Die muzikale anti-climax kwam op het einde van een sterk tweede deel. De eerste twee bedrijven waren daarentegen onwaarschijnlijk zwak. Het leek wel alsof de meeste zangers hun stem nog niet gevonden hadden. Petri Lindroos alias Phanuel had wel het excuus dat hij 's morgens opgestaan was met een keelontsteking. Het enige lichtpuntje in dat eerste deel was de "Vision fugitive" van Hérode door Philippe Rouillon. De andere bekende aria uit de opera is Salomé's "Il est doux, il est bon", waarvan Barbara Haveman een kleurloze vertolking gaf.

Julia Gertseva zong de titelrol met een kanjer van een stem. Puur vocaal was ze de beste zanger van de avond, maar op geen enkel moment kon ze me overtuigen dat Hérodiade ook maar iets voelt. Het zou ook niet slecht geweest zijn, mocht ze een poging ondernomen hebben om Frans te zingen. Zelfs Zoran Todorovich als Jean, Johannes De Doper, geraakte in de eerste helft maar met moeite over de orkestbak.

Alles veranderde na de pauze. Haveman gaf een schitterende uitvoering van "L'aube renaît à peine" (de tussenkomsten van het koor waren opgenomen en weerklonken via haar radiootje). Haar stem bloeide volledig open en zweefde door de zaal. In de daarop volgende confrontatie met Rouillon zat ik op het puntje van mijn stoel en geraakte ik voor de eerste keer echt meegesleept in de voorstelling. Zelfs de stem van Todorovich onderging een metamorfose als hij zijn grote monoloog "Ne pouvant réprimer les élans de la foi" zong met veel nuances, kleurschakeringen en toch de nodige intensiteit.

Het is daarom des te spijtiger dat deze boog die naar de dood van Jean en Salomé leidt tot een stilstand kwam bij die anti-climax van de slotminuten...

Publicatie: donderdag 3 maart 2011 om 22:28
Rubriek: Opera