Silvia Tro Santafé in de Munt
De Vocalissimo-reeks omvat meestal liedrecitals, maar gisteren gaf de Spaanse mezzo Silvia Tro Santafé een concert in de Munt met als thema "Lamenti".
Op het programma stonden hoofdzakelijk treurzangen, van Monteverdi's Lamento d'Arianna tot Glucks Che farò senza Euridice... voor pianokwintet bewerkt door Julian Reynolds, die gisteren zelf aan de klavecimbel en piano plaatsnam. Het Narratio Quartet zorgde voor het strijkersgedeelte.
Net zoals in haar eerder Muntrecital laat Santafé een prachtige donkere stem horen, die regelmatig richting alt neigt en waar af en toe een heerlijk Supervia-vibrato in doorklinkt. In het Monteverdi-madrigaal passeren allerlei emoties, die ze uitstekend overbrengt. Uiteraard verdriet, maar ook vertwijfeling - "Dove, dovùè la fede che tanto mi giuravi" - of woede... "Correte, orche e balene, e delle membra immonde empiete le voragini profonde". In Vivaldi's Gelido in ogni vena duikt ze dramatisch in de diepte: "L'ombra del figlio esangue m'ingombra di terror". Het strijkkwartet leidt deze aria uit Farnace in met krassende ijsklanken die doen denken aan de Vivaldi's vierseizoenen-winter. Nu, over het algemeen vond ik de strijkers niet mooi klinken, maar in deze aria paste het wel.
Voor het laatste deel van het recital tapte ze uit een ander vaatje... ik moet toegeven dat al die treurmuziek toch wel een zekere eentonigheid heeft, ondanks de verschillende componisten. Met de cantate van Giovanna d'Arco komen we aan in het belcanto van de 19de eeuw. Rossini beschrijft de visoenen van Jeanne d'Arc met klassieke operavormen van de aria "O mia madre" tot een strijdvaardige caballeta "Corre la gioia". Santafés stem knettert lustig. Tenslotte kroop ze in de huid van Callas voor de Final Monologue from Master Class van Jake Heggie, een stuk dat hij voor Joyce DiDonato gecomponeerd heeft, en waarin Callas mijmert over de existentiële vragen. Met O mon Fernand uit La favorite kregen we nog één bisnummer.
Publicatie: dinsdag 4 maart 2025 om 17:57
Rubriek: Concert