Sarka in Praag
In de westerse operahuizen is het Tsjechisch operarepertoire beperkt tot een handvol opera's. Maar in het Nationaal Theater van Praag vallen ook andere opera's te ontdekken...
Sárka
De opera Sárka van Zdenek Fibich - die in 1897 in dit operahuis aan de Moldau gecreëerd werd - is ook voor Praag een curiositeit. Naar verluidt, dateert de vorige productie al van 40 jaar geleden. Sárka is gebaseerd op een Boheemse legende, die ook het onderwerp was voor de eerste opera van Janacek en als de derde beweging voorkomt in "Má Vlast" van Smetana.
De legende speelt zich af in de 8ste eeuw in de directe omgeving van Praag en handelt over de opstand van de vrouwen (onder leiding van Vlasta) tegen de mannen. Na de dood van prinses Libuse, die allerlei privileges gegeven had aan de vrouwen die haar omringden, neemt prins Premysl de macht over en verbant de vrouwen uit Vysehrad. Sarka is een van de opstandige vrouwen die Ctirad, een van Premysls mannen, in de val laat lopen om hem te vermoorden... maar ze worden verliefd. Sarka verraadt haar medestrijders, die door de mannen van Premysl in de pan gehakt worden. Ze kan niet langer leven met haar daad en springt van een rots. Regisseur Kay Link laat de opera zich afspelen in een onbestemde tijd en locatie, in een grijs eenheidsdecor van Frank Albert.
De muziek voelt Wagneriaans aan en verklaart misschien waarom de opera met grote stemmen bezet werd. In de eerste plaats met de Tunesische Maida Hundeling, die alle hoogdramatische sopraanpartijen op haar repertoire heeft. Ik had toch een iets lichtere stem verwacht had, aangezien de eerste Sarka indertijd ook de rol van Rusalka gecreëerd heeft. Hoe dan ook, Hundeling zingt de partij met een gigantische stem met veel metaal, trefzeker in de hoogte. Ze houdt dat moeiteloos de hele avond vol, terwijl ik lyrischere momenten zou verwachten in haar liefdesscène met Ctirad.
Ctirad is een typische Slavische tenorpartij, vergelijkbaar met de Rusalka-prins, die gezongen werd door Tadeusz Szlenkier. Hij heeft een goede, stralende tenor die zowel in de dramatischere momenten als in de intiemere scènes overtuigt. Jolana Fogasová lijkt een mezzo op haar retour, haar Vlasta klinkt vaak vermoeid met lage noten die eerder gesproken dan gezongen worden. In de relatief kleine rol van Prins Premysl kregen we de prachtige bariton van Svatopluk Sem te horen.
Publicatie: vrijdag 15 november 2024 om 09:10
Rubriek: Opera