Il Grand' Inquisitor

Henk Neven in Zeist

De artistieke leiders van het Liedfestival Zeist, Henk Neven en Hans Eijsackers, zongen gisteren een balladerecital dat aan elkaar gepraat werd door de actrice Olga Zuiderhoek.


(foto © Mel Boas)

In een klassiek balladerecital kan Carl Loewe uiteraard niet ontbreken. De confrontatie tussen Herr Oluf en de dochter van de Erlkönig loopt fataal af, Henk Neven vindt verschillende stemmen voor "Erlkönigs Tochter" van verleidelijk tot bijtend, en hij haalt zijn lieflijkste stem uit de kast voor de bruid van Oluf. Eergisteren hadden we ook al Tom der Reimer gehoord. In sommige aspecten is de vertolking van Neven gelijkaardig aan die van Roderick Williams, al heeft Williams toch wat meer kleur in zijn stem. Neven bouwt ook goed de spanning op, maar het is in de details dat het onderscheid hoorbaar wordt... zo was de Elfenkönigin eerder mysterieus bij Williams en meer verleidend bij Neven.

Der selt'ne Beter was een Loeweballade die ik nog niet kende. In de eerste strofe geeft Neven een ridderlijke expressie aan de veldheer, in de tweede strofe wordt hij lyrischer als we horen hoe diens dochter op sterven ligt, en ontroerend als hij God smeekt om zijn dochter te redden... tevergeefs. Het is het eerste lied van drie waarin vaders centraal staan, zo ook in Der Vater mit dem Kinde, Schuberts enige Bauernfeld-lied waarin Neven zijn stem verlicht om het kind uit te drukken "lieb' Vater mein". In de gruwelijke Loewe-ballade Edward treedt de vader niet zelf op, tenzij als lijk als blijkt dat Edward zijn vader vermoord heeft.

In Der Zwerg begint Nevens expressiekracht wat te tanen. Het viel op hoe hij meer nadruk legt op minder belangrijke tussenteksten, en geen vocaal onderscheid meer maakt tussen de koningin of de dwerg. Ondertussen speelt Eijsackers de sterren van de hemel, met een heldere klank om alle details uit de partituur te halen en een breed dynamisch spectrum, waarbij hij met toenemende intensiteit de indruk wekt dat hij fortissimo speelt zonder de zanger te overstemmen. Hij was dan ook uitermate indrukwekkend in de twee Schumann-balladen Die beide Grenadiere en Belsatzar.

Ze eindigden het recital met twee liederen die ik ook niet kende. Die Vätergruft blijkt nog een van die zeldzame interessante en mooie Liszt-liederen te zijn. En een echte rariteit is Der traurige Mönch, een melodrama dat door Henk Neven met de nodige inleving voorgedragen werd.

Na een korte pauze kregen we nog meer voordracht van Olga Zuiderhoek, buiten op het plein voor de Broederkerk. Er was een soort kampvuur aangelegd met stoelen en banken errond. Zuiderhoek beklom een podium en las het kortverhaal "De verhalenmachine" voor. Bangelijk hoe Roald Dahl meer dan 40 jaar geleden al een verhaal bedacht dat tegenwoordig met ChatGPT en konsoorten realiteit geworden is...

's Middags was de festivaldag begonnen met een duorecital met - niet geheel ongepast op een Pinksterzondag - een religieus thema. De mezzo Rosanne van Sandwijk zong de "Zwei Gesänge" van Brahms, begeleid door Daan Boertien op de piano en Dana Zemtsov op de altviool. Ze zingt met een mooie stem, al verdwijnt die soms in de klank van altviool. Na de pauze horen we weinig variatie in de selectie van zeven liederen uit Faurés Chanson d'Eve... het kabbelt allemaal gemoedelijk voorbij zonder veel indruk na te laten.

De kleurrijke Hermit Songs lenen zich sowieso meer tot expressieve variatie, maar Robin Tritschler is ook de meer bevlogen liedzanger. Hij gaat moeiteloos van een hemels mooie klank in St Ita's Vision naar de bulderende dramatiek van Sea Snatch of The Heavenly Banquet als een hoekig drinklied. In het slotlied The Desire for Hermitage reflecteert de eenzame kluizenaar over zijn nakende dood. Het staat in fel contrast tot de gemoedelijke sfeer die Tritschler oproept in The Monk and his Cat... deze eenzaat heeft tenminste nog het gezelschap van een kat die vrolijk over de piano trippelt.

Publicatie: maandag 20 mei 2024 om 09:03
Rubriek: Liedrecital