Il Grand' Inquisitor

Das Lied von der Erde in Schwarzenberg

Gelijktijdig met de orkestversie, werkte Mahler ook aan een pianoversie van Das Lied von der Erde. Die versie werd gisteren uitgevoerd bij de Schubertiade met Marc-André Hamelin aan de piano, en met Violeta Urmana en Pavol Breslik als solisten.


(foto © Schubertiade Schwarzenberg)

Je zou verwachten dat een pianoversie het iets gemakkelijker maakt voor de tenor. Maar Hamelin gaat stevig van start in Das Trinklied vom Jammer der Erde en Breslik wordt dan ook meteen in operamodus geduwd en brult zich door de eerste twee strofen. Na het korte intermezzo begint hij wel mooi aan "Das Firmament blaut ewig", maar de rust is van korte duur... "Im Mondschein auf den Gräbern" kan zelfs niet meer als zingen omschreven worden.

Der Trunkene im Frühling is meer van hetzelfde met lelijke fortissimo's. De lyrische derde strofe "Was hör' ich beim Erwachen" doet hij wel goed met zelfs een verdienstelijk hoog piano aan het einde "... im Traum". Er kan zelfs een vocaal lachje af bij "der Vogel singt und lacht". Het is dan vooral in Der Pavillon aus Porzellan (alias "Von der Jugend") dat hij op adem kan komen. Daar is het ook Hamelin die schittert om een sfeervolle Chinese begeleiding uit zijn piano te laten weerklinken.

Hij zorgt ook voor de nodige sfeer aan het begin van Der Einsame im Herbst als de Herbstnebel uit zijn piano dampt. Urmana laat haar grote mezzo hemels stromen met opvallend warme altklanken voor "Ja, gib mir Ruh, ich hab' Erquickung not". Dat doet ze nog eens in Am Ufer (Von der Schönheit) als ze op die manier de geurige "Wohlgerüche" schitterend in klank omzet. En uiteraard schittert ze in Der Abschied vanaf "Die Sonne scheidet hinter dem Gebirge", over de Sehnsucht van "ich wandre in die Berge" tot het uiteindelijke "Ewig, ewig" dat ze bij elke herhaling weer iets meer piano zingt.

Publicatie: vrijdag 26 augustus 2022 om 13:53
Rubriek: Liedrecital