Ashley Riches in Wigmore Hall*
Een paar dagen geleden stonden ze nog samen op het podium van de Holywell Music Room in Oxford. Vandaag gaven Ashley Riches en Sholto Kynoch een recital met volksliederen in Wigmore Hall.
Ze begonnen met Dvoraks Zigeunermelodieën, uitgevoerd in het Tsjechisch. Het is altijd leuke en meeslepende muziek, al klonk hij aanvankelijk nog wat krampachtig. Maar vanaf het dansant Aj, kterak trojhranec muj of het altijd ontroerende Kdyz mne stará matka zpívat uc ivala, wat Riches met veel gevoel zong, zat de sfeer goed.
Poulencs Chansons villageoises gingen hem minder goed af, vooral stilistisch zat het niet echt goed. Zijn uitspraak is meestal wel correct, maar het klonk raar. Les gars qui vont à la fête klonk als een karikatuur van een Frans lied. Dat was des te meer het geval in snellere liederen als het Chanson de la fille frivole. Ravels Chants populaires, in vijf verschillende talen, vond ik het beste van het recital. Al klonk de pastorale scène van Chanson française te serieus, zelfs enigszins triest. Die sfeer paste wel bij het Chanson italienne. Hij liet de vader en zoon in Chanson hébraïque mooi dialogeren en eindigde het Franse middenblok met een delicate uitvoering van het Chanson écossaise.
Ze eindigden met Charles Ives. Een uitbundig cowboy-lied als Charlie Rutlage, gezongen met een vettig Amerikaans accent, wisselde af met een miniatuurtje als The Side Show, om te eindigen met The Circus Band... en nog één bisnummer The light that is felt.
Publicatie: maandag 19 oktober 2020 om 17:41
Rubriek: Liedrecital