Graham Johnson in deSingel
Vorig jaar behandelde Graham Johnson in zijn lezing-recital de eerste helft van Poulencs leven en liedoeuvre. Gisteren hoorden we de conclusie.
Zoals gewoonlijk geeft Graham Johnson omstandig toelichting... deze keer zelfs meer dan drie uur lang (inclusief een pauze). Het eerste deel van de avond was gewijd aan de oorlogsjaren en zijn samenwerking met Pierre Bernac. Na de pauze ging het over zijn successen in New York, de ontmoeting met Denise Duval, de eerste (Parijse) Blanche, en zijn pogingen om haar tot liederen te verleiden.
Voor de muzikale illustratie had hij - net zoals vorig jaar - Felicity Lott meegebracht. Haar stem gaat met de jaren verder achteruit, nu beginnen haar hoge noten breekbaar te klikken. Maar dat neemt niet weg dat ze nog een ontroerende C of een opvallend dartele Fêtes galantes kan zingen. Ze heeft nog een aantal grootse momenten, zoals met La dame de Monte-Carlo die amper moet onderdoen voor haar vertolking tien jaar geleden in de Munt. Als slot van de avond zong ze nog het aangrijpende slot van La voix humaine.
Deze keer was Thomas Oliemans haar mannelijke tegenhanger. Hij zingt goed Frans en zijn middenstem klinkt heel mooi. Maar zijn hoge noten in onder andere de Chansons villageoises zijn problematisch, langs onder geduwd en te vaak naast de toon. Hij was een stuk overtuigender in de fragmenten uit Le travail du peintre, een cyclus die Poulenc schreef ten tijde van Dialogues des Carmélites waarvan het klankidioom onmiskenbaar terug te vinden is in Juan Gris of Jacques Villon.
Publicatie: zondag 1 april 2018 om 08:45
Rubriek: Liedrecital