Il Grand' Inquisitor

Maria Stuarda in Duisburg

De Rheinoper van Duisburg brengt een nieuwe productie van Maria Stuarda in een regie van Guy Joosten. Het is niet zijn meest geïnspireerde creatie geworden...


Leicester, Maria (foto © Monika Rittershaus)

Guy Joosten lijkt zijn aandacht vooral te willen richten op de troonstrijd tussen Elisabeth I en Mary Stuart... alhoewel de opera zich afspeelt tijdens de laatste dagen van Maria Stuarda, als ze al goed en wel opgesloten zit in Fotheringhay. Na de confrontatie tussen de twee koninginnen zet Maria bijvoorbeeld triomfantelijk de kroon op haar hoofd, en tijdens de eerste scène van het derde bedrijf komen vijf kind-Maria's Elisabetta plagen.

Tijdens de ouverture zien we een videoprojectie van een hand die met krijt de tekst "In my end is my beginning" op een zwart bord schrijft... een verwijzing naar de Franse leuze "En ma fin est mon commencement" die Mary Stuart meenam naar al haar gevangenissen. Later zal ze dat ook op de muren van haar gevangenis schrijven.

Alles speelt zich dan ook af in Maria's gevangenis, een ijzeren constructie met een reeks gevangeniscellen ontworpen door Roel Van Berckelaer. Tijdens het eerste bedrijf zien we centraal een verzonken sofa, waar Maria een luxueus gevangenisleven leidt. In het laatste bedrijf wordt het de refter van de gevangenis met tafeltjes, krukjes en een drankautomaat. Het is allemaal nogal sfeerloos.

Het slot is wel goed gedaan met veel rode toetsen in plaats van bloederige toestanden tijdens de onthoofding van Maria. Ze gaat op één van die reftertafeltjes staan - wat ik op zich altijd idioot vind - en verruilt haar zwart kleed voor een bloedrode jurk. Ook de koorleden draaien hun zwarte vest binnenstebuiten tot een rode vest. Net voor het derde kanonschoot kleurt de achterwand rood...


foto © Monika Rittershaus

Olesya Golovneva heb ik al een paar keer eerder gehoord, vorig jaar nog als de Verdi-Elisabetta. Ondertussen heeft ze haar transformatie van soubrette naar volle lyrische sopraan goed verteerd en zingt ze nu met een homogene stem. Maar dat betekent nog niet dat ze een goede Maria Stuarda is. Daarvoor is haar stem te kleurloos en te monotoon. En als ze dan toch eens expressief uit de hoek wil komen, dan kleurt ze ver buiten de belcanto-lijnen met Sprechgesang en lelijk geroep zoals haar "Profanato è il soglio inglese, vil bastarda, dal tuo piè". Daarenboven is haar tekstprojectie ook niet fameus. Tijdens de recitatieven gaat het nog, maar voor de aria's schakelt ze over op klinkergewauwel. Joan Sutherland kon daarmee wegkomen, maar zij was dan op alle andere vlakken een zangeres buiten categorie...

Sarah Ferede is ook niet de ideale belcanto-zangeres, daarvoor onderbreekt ze iets te vaak de lange legato lijnen. Maar zij heeft wel een heel mooie stem (eerder was ze bijvoorbeeld een fantastische Charlotte). Haar vertolking van Elisabetta heeft karakter waarbij alle tekst met de nodige nuances geprojecteerd wordt. Tijdens de confrontatie met Maria hoor je hoe de twijfel haar bekruipt, wat culmineert in haar scène met Cecil (een degelijke Laimonas Pautienius) in het derde bedrijf.

Voor de rol van Leicester moeten ze het doen met Gianluca Terranova. Een tenor met geen straaltje zon in zijn stem en een onorthodoxe methode om zijn passaggio te overbruggen waarbij ik telkens het gevoel heb dat hij gaat kraken (wat hij gelukkig niet doet). Bij de mannen moet het vooral komen van Wojtek Gierlach die Talbot zingt met een mooi gedragen en ronde bas.

Publicatie: vrijdag 29 december 2017 om 09:45
Rubriek: Opera