Lady Macbeth in München
Mijn tweede voorstelling bij de Bayerische Opernfestspiele was ook een productie die eerder dit seizoen in première gegaan is. Voor Lady Macbeth uit het district Mtsensk hebben ze Harry Kupfer nog eens naar München gehaald.
Sergej, Katerina
Harry Kupfer - ondertussen 81 jaar oud - is een monument onder de operaregisseurs. Zijn regie is nog altijd verankerd in de erfenis van Felsenstein met realistisch muziektheater en oog voor een logisch verloop van het verhaal. Dat betekent echter niet dat we het platteland van begin 19de eeuw te zien krijgen. Hij verplaatst de handeling naar het begin van de 20ste eeuw, naar eigen zeggen omstreeks 1905-1910 nog net voor de Russische revolutie.
Afgaande op het decor van Hans Schavernoch zijn de Ismailovs eerder groot-industriëlen dan rijke kooplui. In een grote fabriek hangt een container die dienst doet als de slaapkamer van Katerina, enkel voorzien van een bed... of eerder een paar paletten met een matras erop. Het is duidelijk dat ze gevangen zit in haar saaie leven. Na de moord op Boris en Zinovi, wordt de achterwand geopend en krijgen we voor de eerste keer een straaltje zonlicht te zien.
Eigen aan Harry Kupfer is ook zijn sterke personenregie, met een beangstigende tekening van Boris, een geniepige Zinovi of een macho Sergej. Het is ook fantastisch om te zien hoe sterk zijn regie verwoven is met de muziek, zeker met deze rijke partituur. Het moment waarop Zinovi bijvoorbeeld rond Katerina's kamer sluipt voor hij haar betrapt met Sergej is in perfecte symbiose met het orkest, bijna Hitchcockiaans filmisch. Het zijn dit soort details die bijdragen aan een heel spannende voorstelling.
Katerina, Boris
Die muzikaal gedachte enscenering komt helemaal tot zijn recht met een sterke bezetting en vooral een fantastische dirigent. Jurowski was uitstekend in de Antwerpse Lady Macbeth, maar Kirill Petrenko is gewoon fenomenaal. Hij staat voor een gigantisch orkest, met nog extra koper in de twee loges links en rechts. Toch laat hij het orkest bij momenten ragfijn en transparant spelen, met aandacht voor de humor in de partituur, om nadien alles te laten losbarsten.
Anja Kampe heeft de stap al gezet van jong-dramatische Wagnersopraan naar het zwaardere repertoire met Brünnhildes. In de rol van Katerina komt ze dan ook geen enkel probleem tegen. Haar stem klinkt nog altijd jong en fris, ideaal om Katerina vocaal uit te beelden. Maar ook op de dramatische momenten moet ze nooit forceren en blijft ze gewoon mooi zingen. Daarenboven wendt ze een breed palet aan uitdrukkingsmiddelen aan waarbij ze niet terugschrikt om af en toe eens bewust lelijk te zingen.
De twee tenors zijn vrij ééndimensionale karakters. Misha Didyk zingt op zich wel een goede Sergej, maar blijft interpretatief wat steken in de monotonie. Sergey Skorokhodov contrasteert met een zachtere stem voor Zinovi. De rol van Boris is een stuk boeiender. Anatoli Kotscherga maakt vooral indruk op theatraal vlak. Zijn lage noten hebben wel geen kracht meer, waardoor hij op cruciale momenten wat autoriteit mist.
Publicatie: zondag 23 juli 2017 om 09:00
Rubriek: Opera