Madama Butterfly in Kopenhagen
Kimono's, papieren lampions, een Japans huisje, een dolk, een achtergrond van Kanagawa-golven... naar hedendaagse maatstaven is Lars Kaalunds enscenering van Madama Butterfly in de opera van Kopenhagen zeer traditioneel. Op een aantal grote momenten staan de zangers zelfs aan de rand van het podium te zingen.
In het geval van Hui He is dat puur genot. De Chinese sopraan werd in 2000 tweede in de prestigieuze Operalia-wedstrijd van Domingo en zingt sindsdien Cio-Cio-san over de hele wereld. Hui He heeft een grote lyrische stem die neigt naar spinto, ze zingt idiomatisch Italiaans met aandacht voor stijl en tekst. Haar vertolking van "Un bel di vedremo" is overweldigend. De manier waarop ze haar eerste noot piano uit de lucht plukt, is van kippenvelniveau. Ze bouwt de hele aria intelligent op met veel afwisseling tussen licht en donker, effectief gebruik van kleur en dynamiek... het perfecte voorbeeld van hoe "chiaroscuro" werkt.
Een Pinkerton moet van zeer goede huize zijn om naast haar stand te kunnen houden. Onder andere omstandigheden zou Hector Sandoval een aanvaardbare Pinkerton zijn, maar niet in dit geval. In hun duet op het einde van het eerste bedrijf staat hij erbij en gaat roemloos tenonder. Zijn stem klinkt klein, vooral in de hoogte is ze kleur- en vibratoloos wat resulteert in een zwakke "Dovunque al mondo" en weinig begeesterende "Addio, fiorito asil". John Lundgren kan daarentegen wel stand houden als Sharpless. Zijn prachtige bronzen bariton draagt tijdens de briefscène bij tot een aangrijpend moment.
Publicatie: donderdag 1 november 2012 om 08:27
Rubriek: Opera