IMKEB 2011 - Finale, dag 2
De tweede finale-avond van de Koningin Elisabethwedstrijd was van behoorlijk tot uitstekend niveau. Eén Belg en twee Koreanen traden in het strijdperk.
De Belgische tenor Thomas Blondelle begon met Thou shall break them with a rod of iron uit de "Messiah" als een kort opwarmertje. Zijn stem klinkt ruim in de grote zaal van het PSK, alhoewel zijn hoogte nooit echt vrij en open straalde. In de vorige rondes was een van zijn grootste probleem het visueel overacting. Maar in de finale heeft hij zich toch iets leren bedwingen, alhoewel de beate gezichten die hij tijdens Tamino's Bildnis-aria trok bij momenten toch nog deden glimlachen. Ik had wel wat vraagtekens bij zijn Tamino. Het tempo lag naar mijn smaak iets te hoog en hij liet af en toe een ongepaste veristische snik horen. Hij maakte heel deze aria ook veel te complex met veel te veel emotie, waardoor ik me afvroeg welke emoties deze Tamino in de rest van "De toverfluit" nog zal moeten opbrengen.
In het midden van zijn programma stonden twee liederen. Ik had de indruk dat het eerste deel van Duparcs Phidylé wat laag lag. Plots droeg zijn stem minder goed dan voordien. Mahlers Revelge lag een stuk beter, maar ook hier had ik weer problemen met zijn tempo. Dit lied moet weliswaar in een marstempo gezongen worden, maar dat is nog iets anders dan het sprintje dat Blondelle hier trekt. Zeker "des Morgens zwischen drei'n und vieren" is er geen enkele soldaat die zo marcheert. Het andere uiterste is bijvoorbeeld een vertolking van Matthias Goerne, ergens tussenin is zeker beter. Voor de rest was het wel een voorbeeldige uitvoering.
Hij eindigde met Durch die Wälder, de aria van Max uit "Der Freischütz". Vroeger zou ik dat een vreemde keuze gevonden hebben, maar sinds ik recent Le Freischütz gehoord heb met ook een lyrische tenor is het helemaal zo gek niet meer. Dit was meteen ook zijn beste moment van de hele avond. Hier en daar waren er nog wel wat vreemde noten, maar als geheel bouwde hij de aria goed op tot en met een gedreven slot. Na deze prestatie denk ik dat Blondelle een plaatsje bij de eerste zes mag ambiëren.
De Koreaanse bariton Hwang Insu begon heel moedig met de Bach-aria Grosser Herr und starker König uit het "Weihnachts-Oratorium". Zoals in de eerdere rondes liet hij vooral een heel mooie klank horen, maar interpretatief blijft hij op de achtergrond. Het feit dat hij wat onhandig acteert en zingt met een marmeren gezicht helpt hem niet. Ook Mozarts Un baccio di mano was mooi gezongen, mits een paar vreemde vertragingen. Zijn twee Ravel-liederen uit "Don Quichotte à Dulcinée" vielen tegen. Chanson romanesque was te snel en miste stijl, elegantie en gevoel voor linguïstieke timing. Chanson épique eindigde hij wel met een mooi "Amen", maar alles daarvoor bleef monotoon.
Hij begon goed aan Hai già vinta la causa. Het recitatief was niet overdreven dramatisch, maar in de rest van de aria bleef hij te bescheiden... die ene overslaande noot op het einde zal hem wel niet te hard aangerekend worden, maar zijn weinig geïnspireerde vertolking wel. Het zelfde geldt eigenlijk voor Riccardo's Ah, per sempre uit "I Puritani". Een mooie klank met weinig diepgang en een lome frasering leidden tot een saaie vertolking.
De Koreaanse sopraan Hong Haeran begon met Manons Je suis encore tout étourdie, wat ze ook in de eerste ronde al gezongen had. Ook in het PSK komt haar charme mooi door. Van de zes zangers die we tot nu toe gehoord hebben, is zij degene met de best projecterende stem. Met Zaïdes Ruhe sanft, mein holdes Leben gaf ze blijk van muzikaliteit en stijl. Nog meer Mozart volgde met de aria van Frau Silberklang - what's in a name ! - Bester Jüngling. Ze fietst losjes door alle coloraturen. Ook hier zijn verfijning en elegantie, zowel in haar acteren als haar vertolking, de sleutelwoorden. De manier hoe ze daarna met de coloraturen van het Vuur in Je réchauffe les bons speelt, was ronduit schitterend.
Ze eindigde met een uitstekend staaltje belcanto. In Care Compagne uit "La sonnambula" was er weer dat feilloos stijlgevoel met subtiele trillers, prachtige messa's di voce en gewoon ontroerend schoonzingen in Come per me sereno. Het publiek begon uiteraard wel als een bende kiekens zonder kop te applaudisseren tussen aria en cabaletta, maar dat deed niets af van haar prestatie. Uiteindelijk bevestigde ze volledig mijn indruk uit de halve finale. Het moet al heel gek lopen als zij niet hoog eindigt...
Publicatie: donderdag 19 mei 2011 om 22:29
Rubriek: Concert