Candide in Antwerpen
"Two tiny syllables, but spiny syllables, one single word - absurd!" zingt Martin in het tweede bedrijf van Candide. "Absurd" vat zowel de verhaallijn van Bernsteins "comic operetta" als de productie van Nigel Lowery samen.
Sinds de creatie in 1956 heeft Candide een hele reeks versies gekend. Tien jaar geleden speelde de Waalse Opera nog een Franstalige versie (in mijn nota's van toen lees ik dat ik het toen na één bedrijf voor bekeken hield). In de Vlaamse Opera gebruiken ze de meest recente versie uit 1989. Nigel Lowery herschreef de dialogen en de bindteksten, alhoewel die naar mijn gevoel toch dicht bij het origineel blijven.
Die bindteksten worden niet door een verteller voorgedragen, maar door luidsprekers de zaal ingestuurd vanuit een zendmast. Er wordt gesuggereerd dat die verteller een gorilla is, die we net voor de ouverture over het podium zien springen om nadien in een radiotoren zien verdwijnen. Het zet de toon voor een absurde voorstelling.
Die absurditeit vindt wel zijn oorsprong in het werk zelf. Candide is gebaseerd op Voltaires satirisch werk Candide ou l'optimisme waarin hij de draak steekt met het Optimisme van Leibniz. Pangloss - de reïncarnatie van Leibniz - indoctrineert zijn pupillen Candide, Cunegonde en Maximilian dat ze leven in "The best of all possible worlds". Ondanks alle tegenslagen die Candide op zijn wereldreis nadien meemaakt, blijft hij geloven in dat Optimisme.
Dat Nigel Lowery de geknipte man is voor knettergekke ensceneringen hebben we al eerder in de Vlaamse Opera mogen meemaken. In Candide duikt zelfs even het kuiken uit Rinaldo terug op. Verder worden de scènes bevolkt door een gigantische opblaasbare badeend (het fregat Santa Rosalia dat Candide van Suriname naar Venetië moet brengen), dansende WC-potten (als intro op "The Paris Waltz") en zelfs de USS Enterprise uit Star Trek. Daar waar al die onnozelheid in Rinaldo mij stoorde, werkt het in Candide.
Alle scènes gaan vlot in elkaar over dankzij een volledig open eenheidsdecor. De reizen van Westphalia naar Lissabon naar Parijs naar Buenos Aires naar ... worden aangekondigd door een vlag met de naam van de volgende locatie aan een wasdraad voorbij te trekken. Voor de rest zorgen wat losse muren voor wat couleur locale.
De mooiste momenten zijn echter de verschillende beschouwende aria's van Candide, die zonder veel franjes geënsceneerd worden. Michael Spyres zingt die meditaties onwaarschijnlijk mooi. Zijn stem klinkt helder en zuiver, zijn dictie is goed en hij brengt telkens wat welgekomen rust in de voorstelling. Voor "Nothing more than this" kreeg hij een verdiend rondje applaus.
Dat Jane Archibald applaus zou krijgen na "Glitter and Be Gay" was te voorzien, alhoewel ik niet echt onder de indruk was van haar uitvoering. Haar hoge noten klinken goed en ze probeert reliëf te brengen in de verschillende delen van de aria. Maar daarbij verliest ze zich in details waardoor haar stem soms niet voldoende meer draagt.
The Old Lady werd door een werkelijke "oudere dame" gezongen. Karan Armstrong zingt met verschillende registers die zo ver uit elkaar liggen dat ze op haar eentje een volledig vrouwenkoor zou kunnen bezetten. Een andere oud-gediende was Keith Lewis - ooit nog Titus in de Vlaamse Opera - die een degelijke Governor zong. De dubbelrol van Pangloss en Martin werd door een acteur "gezongen". Graham Valentine heeft geen stem die naam waardig. Het piept en kraakt aan alle kanten, wat zijn "Dear Boy" haast onbeluisterbaar maakt, maar wat zijn "Laughing Song" wel karakter gaf.
Publicatie: woensdag 30 december 2009 om 10:57
Rubriek: Opera