Angela Gheorghiu en Marius Manea in München
Marius wie !? Juist ja... als partner van Angela Gheorghiu voor het Festspiel-Galakonzert had ik een iets illustere tenor verwacht. Het zou me echter niet verbazen dat Gheorghiu hem zelf uitgezocht heeft, iemand die niet té bekend is en niet té goed is zodat ze zelf niet in een of andere slagschaduw terecht zou komen.
Marius Manea is een Roemeense tenor die, volgens zijn bio, vast verbonden is aan het operahuis van Boekarest en, buiten een gastoptreden in Boedapest, nog niet buiten Roemenië gezongen heeft. Angela Gheorghiu laat er geen twijfel over bestaan wie hier de Diva is... met haar kushandjes, wuiven naar het publiek, koninklijk groeten met de achterkant van de hand en vooral niet minder dan drie (3!) verschillende jurken om te showen.
Dat zou er allemaal niet toe doen, als ze op vocaal vlak een even groot diva-gehalte zou hebben. Het programma voor en na de pauze was telkens op dezelfde manier opgebouwd. Het begon en eindigde met een duet, daar tussen zong elke zanger één solo-aria. En natuurlijk mochten de Forza-ouverture of het intermezzo van Cavalleria rusticana niet ontbreken.
Wat Gheorghiu met haar twee solo-aria's deed - Ebben, ne andrò lontana en Un bel di vedremo - tart alle verbeelding. Ze lijkt er een eigen versie op na te houden. Ik vroeg me af of ze voor het concert wel eens gerepeteerd had met het orkest. Als ze eens samen waren, was dat puur toevallig. Als ze niet samen waren, dan moet dat uiteraard de schuld van de dirigente geweest zijn. Voor de tweede aria, hield Keri-Lynn Wilson Gheorghiu extra in de gaten, kwestie van de boel toch enigszins bij elkaar te houden. Angela Gheorghiu dacht blijkbaar ook dat ze in een opnamestudio stond, want ze vergat alle piano-passages te projecteren. En zelfs als ze forte zingt, bleef de klank ergens in de buurt van het podium hangen.
Ondertussen zat de arme Marius waarschijnlijk vol zenuwen, waardoor zijn hoge noten gespannen klonken. Maar vooral zijn registerovergang was compleet in de war. In het recitatief voorafgaand aan Quando le sere al placido struikelde hij zo een paar keer pijnlijk over die lastige passagio-noten. Terwijl een geïsoleerde hoge noot redelijk goed klonk, zij het wat genepen.
Aangezien de tenor maar garnituur was, waren de twee eerste bisnummers voor Angela Gheorghiu met O mio babbino caro en het kitscherige Muzica, het zou een inzending van Roemenië voor het Songfestival kunnen zijn. Marius Manea mocht dan ook even No puede ser zingen, waarna ze een duetversie van Granada zongen. Om af te sluiten, brachten ze nog het Brindisi uit La traviata, waarbij Gheorghiu het publiek dirigeerde om mee te klappen... haar fans vonden het uiteraard geweldig.
Publicatie: dinsdag 28 juli 2009 om 09:14
Rubriek: Concert