Daniel Barenboim (en Roman Trekel) in Berlijn
Het is eindelijk gelukt ! Sinds ik de box met Wolfopnames uit de jaren '70 van Dietrich Fischer-Dieskau en Daniel Barenboim gehoord heb, hoopte ik om ooit Barenboim eens live aan het werk te horen als liedpianist. Deze middag, net voor mijn vlucht terug naar België, gaf hij een liedmatinee in de Berliner Staatsoper. Op het programma stond... Hugo Wolf, met zelfs mijn geliefde Mörike-Lieder. De zanger was Roman Trekel .
Daniel Barenboim was alles wat ik me voorgesteld had en meer. Hij is niet minder dan een sensatie. Als je Wolf hoort spelen met Barenboims bevlogenheid en geniale inbreng, dan hoor je pas écht hoe onvoorstelbaar rijk Wolfs pianopartijen zijn. Barenboim is een flamboyante pianist. Niet zozeer door zijn uiterlijk vertoon, maar door de manier waarop hij zonder de minste inspanning van het fijnste piano overschakelt op een donderend fortissimo zoals in een angstaanjagende Der Feuerreiter.
De kunst van een liedpianist bestaat er onder andere in om de beelden, die de componist in de partituur verstopt heeft, er ook uit te halen. Twee voorbeelden springen naar voor.
De tweede strofe van Denk' es, o Seele begint met:
Zwei schwarze Rösslein weiden auf der Wiese,
Sie kehren heim zur Stadt in muntern Sprüngen.
Sie werden schrittweis' gehn ...
Een mindere pianist zou al lang tevreden zijn als hij op een of andere manier lopende paarden kan uitbeelden. Maar bij Barenboim zie je effectief springen en dansen, en dat vanaf de eerste maat. De Weense Lipizanerpaarden zijn er niets bij. Het is zo evident als je het hoort, dat je je afvraagt waarom andere pianisten dat niet doen. Is het onkunde of gewoon een gebrek aan fantasie ?
In Jägerlied zitten ook voldoende beelden die tot inspiratie kunnen dienen. De eerste strofe is:
Zierlich ist des Vogels Tritt im Schnee,
Wenn er wandelt auf des Berges Höh':
Zierlich schreibt Liebchens liebe Hand,
Schreibt ein Brieflein mir in ferne Land'.
Meestal proberen pianisten hier die sierlijkheid van de vogel te benadrukken als hij door de sneeuw loopt. Maar Barenboim vindt de noten om de monumentaliteit van die bergen uit te drukken. Die sierlijkheid komt pas in het tweede deel van de strofe als de geliefde die brief schrijft. Het spelen met contrasten is een effectief middel om de zaak boeiend te houden. Ook daarin is Barenboim een meester.
In overbekende liederen die ik al tientallen keren gehoord heb, zoals Storchenbotschaft, komen ook allerlei nieuwe klanken naar boven voor bekende beelden, zoals de snavelklapperende ooievaars en zelfs de blaffende hond. Over elk lied is wel iets te zeggen, maar ik zou haast vergeten dat er ook nog een zanger bij was.
In de vorige recitals die ik van Roman Trekel gehoord heb, haalde hij nooit de frisheid en het niveau van toen hij nog jonger was. Maar vandaag leek hij weer zijn oude zelf. Hij volgde Barenboim in al zijn escapades, zowel op het vlak van dynamiek als ritme. Zijn tekstprojectie is nog altijd glashelder.
Maar het zal duidelijk zijn dat de ster van de dag voor mij Daniel Barenboim was. Buiten Wolfram Rieger was er tot nu toe geen enkele andere liedpianist die ik het label "genie" meegeef. Sinds vanmiddag is er een tweede...
Publicatie: zondag 22 maart 2009 om 21:33
Rubriek: Liedrecital