Le nozze di Figaro in Parijs
Ik heb mijn uitstapje naar Parijs afgesloten met een voorstelling van Le nozze di Figaro in het Théâtre des Champs-Elysées. De productie van Jean-Louis Martinoty - historische kostuums in een schilderijententoonstelling - is trouwens al een paar jaar beschikbaar op DVD.
Op die DVD werd het orkest geleid door René Jacobs. Voor deze opvoeringsreeks doen ze beroep op Marc Minkowski en zijn "Musiciens du Louvre". Minkowski blijkt onwaarschijnlijk populair te zijn in Parijs. Als hij de orkestbak betreedt, dan breken de Parijzenaars zowat de zaal af... nog voor hij met zijn zwart toverstokje gezwaaid heeft. Net zoals bij zijn opvoeringen van La Cenerentola gebruikt hij namelijk weer een origineel, ongetwijfeld historisch verantwoord, dirigeerstokje.
Zoals we dat van hem verwacht zijn, kiest hij regelmatig eigenzinnige tempo's. Iemand heeft ooit gezegd dat de ouverture van Nozze net de perfecte timing heeft om een zacht gekookt eitje te bereiden... zo'n Minkowski-eitje zou echter nog half rauw blijven, vrees ik. Ook "Voi, che sapete" begint hij bijvoorbeeld verschrikkelijk snel, maar halverwege kalmeert hij. Dat gebeurt op het moment dat de Cherubino van dienst - de schitterende Anna Bonitatibus - overschakelt op een magisch mezza voce.
Bonitatibus was voor mij dé zanger van de avond, samen met Jean-Paul Fouchécourt. Het gebeurt niet zo vaak dat de karakterrol van Don Basilio opvalt. Hij mocht gelukkig zijn ezelsvel-aria "In quegli anni" zingen, waar hij haast een belangrijke aria van maakte. Zijn interventies als een stemmenkunstenaar in het eerste bedrijf zijn hilarisch, zonder in slapstick te vervallen.
De vier hoofdrollen waren middelmatig bezet, met uitzondering van de Graaf. Pietro Spagnoli heeft een ronkende bariton met uitstraling. Vito Priante kon me nauwelijks overtuigen als Figaro. Zijn aria's waren kleurloos en zijn stem blijft karakterloos en monotoon. Maija Kovalevska is een redelijke Gravin. Haar "Porgi, amor" liet me koud, ze herpakte zich enigszins met "Dove sono i bei momenti". Olga Peretyatko was een wisselvallige Susanna. Alhoewel Susanna de drijvende kracht van Nozze kan zijn, bleef ze veel te veel op de vlakte. Enkel haar uitvoering van "Giunse alfin il momento" was van een niveau dat ik in een Parijse operazaal zou verwachten...
Dit klinkt misschien allemaal negatief, maar Le nozze di Figaro is ook een ensemble-opera, waardoor het geheel groter is dan de som van de delen. Het genie van Mozart blijft onverwoestbaar... zelfs in een ogenschijnlijk middelmatige opvoering.
Publicatie: maandag 2 maart 2009 om 13:42
Rubriek: Opera