The turn of the screw in Luik
De Waalse Opera afficheert hun nieuwe productie van Brittens The turn of the screw als "Opéra Thriller" en gaf tegelijktijd een eerste regisseeropdracht aan hun huisdramaturg Frédéric Roels. Het opera-aspect was redelijk in orde, de thriller wat minder.
De voorstelling begon wel veelbelovend. De Proloog, gezongen door James McLean, speelt zich af voor de gevel van wat een Engels landhuis zou kunnen zijn. Maar nadat de gouvernante arriveert, bewegen de muren naar achter en ontstaat een ruim en open podium dat niet helemaal overeenstemt met de beklemmende sfeer van deze opera. De spookachtige elementen komen wel beter tot hun recht bij de typering van Miss Jessel en Peter Quint. De eerste loopt als een soort zombie over de scène, de tweede is een mysterieuze figuur waarvan het moeilijk is om zijn bedoelingen te doorgronden.
De muzikale kant was in handen van de Britten-expert Steuart Bedford, die de kamerorkestversie van het Orkest van de Waalse Opera dirigeerde. Het tweede bedrijf was wel boeiender dan het eerste. Vooral om dat de twee vrouwelijke hoofdrollen - Nancy Weissbach als de Gouvernante en Cécile Galois als Mrs. Grose - in het eerste bedrijf vooral gewoon luid zongen. In het tweede bedrijf was Nancy Weissbach meer uitgebalanceerd en gaf een genuanceerdere vertolking, vooral in de twee scènes met Miles. Maar de beste zanger vond ik Keith Jameson als Quint. Hij geeft zijn stem mysterieuze en indringende wendingen mee door volop op de tekst te spelen. Zijn verschijning aan Miles in het tweede bedrijf was tegelijkertijd beangstigend en fascinerend. De twee kinderen Georges Longworth (Miles) en Béatrice Weiss (Flora) waren goed, maar hadden soms wat problemen met het orkestvolume. Lisa Houben deed me niet veel als Miss Jessel; ze broebelde ook een of andere onverstaanbare taal.
Publicatie: woensdag 18 april 2007 om 17:16
Rubriek: Opera