Il Grand' Inquisitor

Guillaume Tell in Parijs

Met Guillaume Tell leverde Rossini zijn bijdrage tot de ontwikkeling van de "grand opéra". Dit genre wordt meestal geassocieerd met componisten als Meyerbeer, Halévy en Auber. Alhoewel het één van de belangrijke stromingen is in de operageschiedenis wordt het genre stiefmoederlijk behandeld door zowat alle operahuizen. Alleen Verdi's Don Carlos kan nog op enig begrip rekenen... en nu is ook Guillaume Tell terug van weggeweest.

In België was de opera enkele jaren geleden nog te horen in Luik, maar in Parijs is het geleden van 1932 dat hij nog opgevoerd werd. Francesca Zambello creëerde een productie die gebaseerd is op traditionele grondslagen. Ze had waarschijnlijk de opdracht gekregen om iets te maken dat een tijd meekon en binnen tien jaar niet hopeloos gedateerd zou zijn. En daar is ze naar mijn gevoel in geslaagd.

Van meet af aan krijgt ze al extra punten omdat de ouverture... een ouverture blijft, waardoor de prachtige cello's van het eerste deel volledig tot hun recht kunnen komen. In het eerste bedrijf wordt gefeest en gedanst. De sfeer in het Zwitsers dorpje had niet pastoraler kunnen zijn, tot de Oostenrijkse bezetter verschijnt en Melctal gevangen neemt en zelfs op de brandstapel zet. In het derde bedrijf komt de bekende legende waar Tell een appel van het hoofd van zijn zoontje Jemmy moet schieten, nadat hij geweigerd heeft om de hoed van Gesler te groeten... om tenslotte in het laatste bedrijf met zijn tweede pijl Zwitserland te verlossen van de gehate bezetter.

Meer informatie over Francesca Zambello vind je op haar website: www.francescazambello.com.

Voor deze patriottische opera werden de grote namen van stal gehaald.

De rol van Guillaume Tell werd gezongen door Thomas Hampson. Over het algemeen doet hij dat zeer overtuigend, alleen als hij een dramatisch accent wil zetten, brult hij meer dan dat hij zingt... en zijn lage noten komen er maar moeilijk uit. Maar in zijn grote aria "Sois immobile", vlak voor de beruchte appelscene, toont hij een magistrale adembeheersing.

Marcello Giordani blijkt nauwelijks problemen te hebben met de aartsmoeilijke rol van Arnold. Zijn hoge noten stralen en hij benadert de partij alsof er niets mis kan gaan. "Asil héréditaire" is ronduit spectaculair; de reprise zingt hij volledig mezza voce en alleen als het even dreigt mis te gaan bij het benaderen van de hoge noot gebruikt hij iets meer stem om de aria toch tot een goed einde te brengen.

De twee belangrijkste vrouwenrollen zijn even schitterend bezet door Hasmik Papian als Mathilde en Nora Gubisch als Hedwige. Hasmik Papian heeft nog altijd geen triller tot haar beschikking; in "Sombre forêt" is dat niet zo erg, maar in haar duet met Arnold in het derde bedrijf is het wel spijtig...

In deze bezetting vielen Jeffrey Wells en Gaële Le Roi enigszins uit de toon. De rol van Gesler vraagt iets meer authoriteit en dreiging dan Jeffrey Wells kan geven. Gaële Le Roi scoort wel op schattigheid in de rol van Jemmy, maar dat is het dan ook.

De voorstelling werd ook op video opgenomen. Ik veronderstel dat er binnenkort dan ook wel een opname zal verschijnen. Ondertussen zal de voorstelling op 12 april te beluisteren zijn op France Musiques.

Publicatie: zaterdag 29 maart 2003 om 21:43
Rubriek: Opera