Felicity Lott in De Munt
Een recital met Felicity Lott staat garant voor een volle zaal. De Munt zat gisterenavond inderdaad (bijna) vol, in tegenstelling tot bij de meeste andere liedrecitals. Maar misschien dat het programma met de suggestieve titel "Fallen Women and Virtuous Wives" daar ook voor iets tussenzat.
Het programma dat Graham Johnson samengesteld heeft, past perfect in de reeks thematische programma's die hij eerder ook al voor Flott ontworpen heeft. Denk maar aan het "Night and Day"-recital een paar jaar geleden in Gent, of het duorecital Knight and Dame met Thomas Allen in Antwerpen. Het recital in de Munt mengt ook serieuze en minder serieuze liederen. Het aandeel 'gevallen vrouwen' was echter wel het best vertegenwoordigd en de 'deugdzaamheid' van de andere vrouwen moet ook met een (vettige) knipoog geïnterpreteerd worden.
Het programma is zodanig opgebouwd dat Flotts sterke punten het best uitkomen... haar stembeheersing op het vlak van adem en toon leken gisteren nog niets van haar luister verloren te hebben. Enkel in Weills Nanna's Lied, waarmee ze het concert begon, liet ze haar stemregisters de vrije loop, als een soort vrije interpretatie van de cabareteske zangstijl van Lotte Lenya. Als communicator is ze enig in haar soort met een feilloze dictie en een (meestal) beheerste acteerstijl. Alleen in Noël Cowards Spinning song was haar gedraai aan het spinnenwiel overdreven en storend. En het gebruik van rekwisieten - een boekje en brilletje - in Mozarts Die Alte is wel leuk, maar ook overbodig. Een zangeres als Felicity Lott heeft dit soort extra's niet nodig.
Graham Johnson vond het blijkbaar nodig om, halverwege het eerste deel, de Drei Ophelia-Lieder van Richard Strauss te voorzien... misschien omdat hij niet veel andere min of meer deugdzame vrouwen kon vinden. Vooral het eerste lied werd nogal impressionistisch uitgevoerd, maar het probleem is dat die liederen - zoals zo vaak bij Strauss - gewoon saai zijn. Zelfs Flott kan ze niet redden van mijn verveling.
Maar ze is op haar best in de vertellende, bij voorkeur dubbelzinnige, liederen. In Ich hab in Penna einen Liebsten wohnen gebruikte ze kleine rubati om vocale knipoogjes de zaal in te gooien. Cowards A Bar on the Piccola Marina is een hilarische beschrijving van een weduwe die plezier maakt in Capri. De klap op de vuurpijl was de combinatie van C'est très vilain d'être infidèle van Reynaldo Hahn en Warum soll eine Frau kein Verhältnis haben? (wat ook in het "Night and Day"-recital opgenomen was). Ze besloot - very tongue in cheek - met What's a lady like me doin' in a joint like this?, waarbij ze dan subtiel de "Lady" verving door "Dame".
Daarna kwamen nog drie bisnummers, met twee hemelse uitvoeringen van operette-aria's - "Im chambre séparée" (Heuberger) en "J'ai deux amants" (Messager) - en een perfect gedragen "Waly, Waly" van Britten... kwestie van op een rustige manier te eindigen met een oneindig uitgesponnen en wegstervende piano gezongen 'and fades away like morning dew'.
Publicatie: zaterdag 11 juni 2005 om 08:28
Rubriek: Liedrecital