Il Grand' Inquisitor

Székely fonó in Boedapest

Buiten Bartoks "Blauwbaard" is er eigenlijk geen enkele Hongaarse opera die in het internationaal repertoire geraakt. Een componist als Ferenc Erkel is bij ons totaal onbekend, en ook de opera's van Zoltán Kodály worden nooit opgevoerd... in Boedapest is dat uiteraard anders.


de vrouw (foto © Berecz Valter)

De taal is ongetwijfeld een belemmering en de thematiek vertaalt zich ook niet altijd naar een Westerse context. Voor Székely fonó (De spinkamer) trok Kodály door Hongarije om Hongaarse volksmuziek op te tekenen. De Transsylvaanse liederen en dansen die hij zo verzamelde, bracht hij in 1924 samen tot een eerste korte versie, die hij later zou uitbreiden tot een groter werk dat in 1932 in het operahuis van Boedapest gecreëerd werd.

De liederen zijn samengevoegd tot een vage verhaallijn over een vrouw die, bij het overlijden van haar man, terugdenkt aan hoe ze elkaar hebben leren kennen, de geboorte van hun kind, ... tot ze in de dood terug verenigd is met haar man. Het doet een beetje denken aan "Frauenliebe und -leben". Kodály maakt er wel één doorgecomponeerde eenakter van, maar het is een werk dat - naar mijn eerste aanvoelen - ergens tussen een opera en een liedcyclus hangt.

Het werk duurt ongeveer 80 minuten en is dus te kort voor een avondvullende voorstelling. Bij de première in 1932 werd het bijvoorbeeld gecombineerd met Haydns "Lo speziale", in de productie van Michal Znaniecki werd voor de pauze meer authentieke volksmuziek opgevoerd door István "Szalonna" Pál en zijn ensemble... een interessant voorproefje tot hoe Kodály die muziek bewerkt heeft. De productie ziet er enigszins folkloristisch uit, vooral in de kostuums van het koor. Het glazen huis van de vrouw (uit een van de liederen kan opgemaakt worden dat ze Ilona heet) staat centraal op het podium, op het voorplan spelen haar herinneringen zich af.

Lusine Sahakyan zong Ilona met een indrukwekkende en ontroerende alt, met dramatische kleuren bij de dood van haar man. Haar man, Laszlo, werd gezongen door de stevige bariton van Csaba Sándor. Voor de jongere versies van het koppel, voorziet Kodály een tenor en een sopraan. Kinga Kriszta heeft wat weinig kleur als de jonge Ilona, maar Gergely Boncsér is wel een mooie jonge Laszlo.

Publicatie: zondag 16 juni 2024 om 08:56
Rubriek: Opera