Il Grand' Inquisitor

Christoph Prégardien in Schwarzenberg

Christoph Prégardien en Michael Gees brachten vandaag een origineel programma op de Schubertiade, met veel onbekende werken.


(foto © Schubertiade Schwarzenberg)

Het begon wel vrij klassiek met vier bekende Schubertliederen. De galopperende paarden waren present in zowel Willkommen und Abschied en in Auf der Bruck. Vooral in het Goethe-lied was Prégardien een begenadigd verteller, die zich niet liet opjagen door de piano van Gees en mooie accenten legde in de dreiging van "hundert schwarzen Augen" of tederheid in de "milde Freude". Bij Auf der Bruck zou je kunnen twijfelen, maar Schulze is nooit echt vrolijk. Prégardien weet dat natuurlijk en brent dat tot uiting door wat meer nadruk op de "Trennungsschmerz" te leggen, eerder dan op het verlangen naar het terugzien van de geliefde.

Daarna kregen ze het gezelschap van de hoornist Olivier Darbellay. Op de Schubertiade denk je dan meteen aan Auf dem Strom... maar dat zou pas op het einde van de avond komen. Eerst kwam Brittens The Heart of the Matter, een werk voor tenor, piano en hoorn op gedichten van Edith Sitwell. Na een Prologue en een Fanfare volgden twee liederen ("Song" en "Canticle III") en een Epilogue. Tussen elk deel reciteerde Prégardien teksten, naar analogie met de opvoering op het Aldeburgh Festival in 1956 toen deze cyclus gecreëerd werd. Centraal staat de Canticle III Still falls the rain die een religieus getinte tekst is over de bombardementen van Londen tijdens de Tweede Wereldoorlog... hetgeen je vooral hoort in de hamerende piano en trompetterende hoorn in de tussenspelen. De tekst zelf is weinig melodieus en eerder als een lang recitatief getoonzet. Ondanks het onderwerp was het toch geen uitvoering die beklijfde, maar dat kan natuurlijk ook aan mijn beperkte affiniteit met Britten liggen.

Ze hebben dit werk een paar jaar geleden opgenomen op de CD A Matter of Heart en na de pauze kregen we nog meer selecties uit het repertoire voor zang, piano en hoorn. Daaronder twee liederen van twee tijdgenoten van Schubert: Franz Lachner (die tevens bevriend was met Schubert) en Conradin Kreutzer. De hoorn brengt weinig bij in Die Seejungfern, maar zorgt wel voor extra dramatische accenten in Das Mühlrad.

Het officiële deel van de avond werd uiteindelijk afgesloten met Auf dem Strom, ingeleid door Erlkönig en Der Zwerg met Prégardien weer als perfecte balladeverteller. Voor de bisnummers haalden ze nog een paar nummers van de eerder vermelde CD boven: Heines Das Fischermädchen van ene Carl Kossmaly en het Rellstab-gedicht Herbst van Lachner, twee teksten die beter bekend zijn in hun Schubertversie.

Publicatie: maandag 23 augustus 2021 om 23:04
Rubriek: Liedrecital