Marie-Laure Garnier in Oxford
Tijdens de week plant het Oxford Lieder Festival telkens een matinee-recital in de Holywell Music Room. De eerste deze week was de Franse sopraan Marie-Laure Garnier. Samen met pianiste Célia Oneto Bensaid bracht ze een grotendeels Frans programma.
Garnier beschikt over een grote stem met exploderende forte-noten. Dat klinkt soms opwindend, maar verknoeit al te vaak de uitvoering van de liederen. Daardoor zit er weinig sfeer in Faurés Automne, waar de slotzin "... mes vingt ans avaient oubliées" ook nog eens onverstaanbaar gebruld wordt. Een overdramatische lezing van Prison vertroebelt dan weer de zelfreflectie van de gevangene.
Duparcs Le manoir de Rosemonde kan wel wat dramatiek verdragen, maar als met dezelfde vocale pletwals over Chanson triste gereden wordt, dan is een dieptepunt bereikt. Ik had constant het gevoel dat ze wel de noten zingt, maar niet de tekst... laat staan de poëzie van bijvoorbeeld L'invitation au voyage communiceert. Het is wachten tot Extase voor het eerste lied dat enigszins aanvaardbaar klinkt. De Banalités van Poulenc vragen dan weer een meer vertellende stijl. Maar door de snelheid waarmee Chanson d'Orkenise gezongen wordt, krijgt de tekst geen adempauzes en gaan de pointes verloren. Hôtel was dan wel goed. Voyage à Paris krijgt wat portamenti, maar is voor de rest vrij sfeerloos.
Voor een selectie Cabaret Songs van William Bolcom treedt er echter een metamorfose op. Nu treft ze wel de juiste sfeer zonder knallende fortes in bijvoorbeeld een onheilspellende Song of Black Max of een verleidelijke Amor. Met de spiritual Wade in the Water als bisnummer kreeg ze heel de zaal aan het vingerknippen en meezingen... Kortom, ze beschikt over veel potentieel, maar er is nog werk aan de fijnere nuances van de liedkunst.
Publicatie: maandag 21 oktober 2019 om 17:01
Rubriek: Liedrecital