Il Grand' Inquisitor

Martin Mitterrutzner in Hohenems

Martin Mitterrutzner is een nieuwe naam voor mij. Deze jonge tenor (°1984) is een leerling van Brigitte Fassbaender en zingt momenteel in het ensemble van Frankfurt. Gisteren gaf hij een liedrecital in de Markus-Sittikus-Saal, met Gerold Huber aan de piano.


foto © Schubertiade

Martin Mitterrutzner heeft een mooie lyrische tenor - ideaal voor het Mozartrepertoire - die uitstekend projecteert en met een goede hoogte. Hij blijkt ook een uitmuntende liedvertolker te zijn. Maar in tegenstelling tot de naturel van een Mauro Peter, moet hij het vooral hebben van weldoordachte vertolkingen, maar dat is daarom niet minder boeiend. Kortom, een zanger om in de gaten te houden...

De liederen van zijn programma dateren bijna allemaal uit de periode 1815-1816 toen Schubert tot over zijn oren verliefd was op Therese Grob en veel liefdesliederen componeerde. De eerste helft van het recital hoorden we vooral liefdesbetuigingen: exemplarisch was het groepje Laura-gedichten van Schiller, Matthison en zelfs in Hölty's Seligkeit komt een Laura voor... al dan niet geïnspireerd op Petrarca's beroemde Laura. Na de pauze kregen we de keerzijde van de medaille met liederen als Der Hirt (Mayrhofer) of Die Liebe hat gelogen die de eenzaamheid en de verloren of afgewezen liefde behandelen.

Veel van die liederen zijn strofisch en Mitterrutzner kan die allemaal boeiend houden. Meest opvallend was zijn benadering van Das war ich als hij in de laatste strofe versieringen aanbracht. Der Sänger am Felsen brengt hij dan weer met een stijgende intensiteit. Het interessantste was Laura am Klavier waar woorden als "majestätisch prächtig", "buhlende Winde" of "Schauernachtgeflüster" door Mitterrutzner met treffende inkleuring gezongen werden.

Maar ook Gerold Huber verdient alle lof. In dat laatste lied, speelt hij Laura's pianostukjes als voor-, tussen- en naspel. Idem in de Goethe-Sehnsucht waar Schubert niet meer nodig heeft dan "ein singender Vogel im buschigten Wald" om een vrij zingende vogel te evoceren. Ook de zilveren watermuziek van Der Jüngling an der Quelle spetterde uit de piano (om een of andere reden veranderde Mitterrutzner de Luise van het lied naar... Laura). En ook voor de fluit in Der Sänger am Felsen of de jachthoorns van Trost draait Huber zijn hand niet om.

De enige "uitschuiver" was naar mijn gevoel het Schulze-lied An mein Herz dat in een vreemd tempo gespeeld werd en daardoor bijna onherkenbaar werd. In de eerste strofe geeft de zin "was schlägst du so unruhvoll?" aan dat in de piano een hartslag hoorbaar is... maar in het gekozen (snelle) ritme moet hij dringend een cardioloog opzoeken. Twee bisnummers - Der Musensohn en het Schwanengesang-Ständchen - waren de kers op de taart.

Publicatie: zondag 8 mei 2016 om 07:29
Rubriek: Liedrecital