IMKEB 2014 - Finale, dag 1
De finale van de Koningin Elisabethwedstrijd ging vandaag van start. Het Flagey werd ingeruild voor het PSK, met zijn iets minder toegeeflijke akoestiek. En de piano werd vervangen door het Muntorkest onder leiding van Roland Böer.
De keuze van de dirigent is allesbehalve gelukkig. Hij houdt zich vooral met het orkest bezig en heeft als belangrijkste doel om de kandidaten bij de minste gelegenheid te overstemmen. De drie kandidaten hadden daar last van en sommige lieten zich verleiden om te beginnen forceren.
Jodie Devos (sopraan, België, 25 jaar) begon met Nun beut die Flur uit "Die Schöpfung". Aanvankelijk klinkt haar stem wat klein, maar dat verbetert in de loop van de avond. De Mozart-concertaria Vorrei spiergarvi, oh Dio is de start van een virtuoos coloratuurprogramma. Alle hoge noten zijn er, de echt hoge noten zijn wel soms maar kleine piepjes. Maar het probleem is dat het momenteel enkel nog noten zijn. Ze weet niet echt veel betekenis te geven aan die noten. Haar staccatowerk is degelijk, maar zou voor een coloratuursopraan toch nog iets strakker mogen, ook in O luce di quest'anima. Ik vind Amor van Strauss' geen echt goed lied. Sommige zangeressen kunnen me overtuigen dat er toch iets in zit, Jodie Devos kan dat niet. Ze sloot af met Glitter and be gay. In het eerste recitatief-deel draagt haar stem nauwelijks tot achterin de zaal, maar haar interpretatie van de rest van de aria was wel goed.
Emoke Baráth (sopraan, Hongarije, 28 jaar) is een van de meest muzikale finalisten. Het openingsrecitatief van Handels Oh, had I Jubal's lyre zat meteen juist. De aria zelf zingt ze met een natuurlijke evidentie. Ook Ilia's Padre, germani, addio begon ze met een ontroerend recitatief dat mooi getextureerd werd. Ook de aria was uitstekend. Ze beschikt over die unieke gift dat ze iets in haar stem kan leggen dat "pakt". In Verstossen, verschlossen aufs neu das Goldportal uit Schumanns "Das Paradies und die Peri" begon ze het gevecht met de dirigent. Haar hoogte begon eronder te lijden en haar interpretatie kwam mat over. Rusalka's Maanlied zong ze dan weer wel mooi piano en met oprechte inleving, maar in een zaal als het PSK zou een iets grotere stem beter zijn. Anne Truloves No word from Tom uit "The Rake's Progress" was haar afsluiter. Hierin vielen weer haar muzikaliteit en emoties op.
Levente Pall (bas, Hongarije/Roemenië, 29) had zich in de halve finale laten opmerken door zijn zeer expressieve tekstbehandeling. Zijn finaleprogramma leende zich daar iets minder toe. Hij was ook de zanger die zich het meest liet opjagen door de dirigent. Hij zingt sowieso al met een redelijk snel vibrato, maar als hij meer en meer druk geeft, verandert dat in een lelijk keelvibrato - wat in de halve finale iets minder opviel - en verdwijnen zijn nuances. Zijn openingsaria, The people that walked in darkness uit de "Messiah", was nog goed. Maar Leporello's Cataloogaria was redelijk eenvormig. Het karakteriseren van Don Giovanni's veroveringen moet veel duidelijker. Het meest opvallend was bijvoorbeeld de overgang van "la grande maestosa" naar - weliswaar in één adem - "la piccina", die totaal niet gedifferentieerd werd. Zijn keelvibrato begon pas echt op te spelen in Verdi's Confutatis maledictis. Prins Gremins aria Liubvi vsie vozrasty pokorny werd uitgevoerd in een te snel tempo naar mijn smaak. De ene echt lage noot was er niet helemaal. Hij eindigde met Méphistophélès' Le veau d'or... maar gezien de sabotage door de dirigent valt daar weinig zinnigs over te zeggen.
Publicatie: woensdag 28 mei 2014 om 22:19
Rubriek: Concert