Salomé in Luik
Eerst wat geschiedenis. Richard Strauss' opera Salome werd in 1905 gecreëerd in Dresden. Maar zoals verschillende componisten voor hem - denk maar aan Verdi of Wagner - wilde hij het ook maken in Parijs. Hij greep daarom terug naar het oorspronkelijk Franse toneelstuk "Salome" van Oscar Wilde en adapteerde de muziek aan de Franse prosodie. Afgezien van een privé-vertoning in Parijs, ging de Franse Salomé uiteindelijk op 25 maart 1907 in première... in de Munt. En het is deze versie die de Opera van Luik nu speelt. Voor de volledigheid, de Parijse première vond uiteindelijk een paar maanden na de Brusselse plaats in le Châtelet... in het Duits. De Franse versie werd pas in 1910 opgevoerd in de Garnier.
Het is een understatement om te zeggen dat de orkestpartituur van Salome niet van de poes is. Maar tot mijn verrassing bleek Paolo Arrivabeni een meer dan behoorlijke lezing te geven. Hij hield het gigantische orkest goed in de hand, nuanceerde waar het kon en liet het losbarsten waar het nodig is. Maar zelfs dan blijft het een opgave voor de zangers om tegen het orkest op te boksen. Het wordt dan helemaal lastig als een langdurige stortregen met onweer uitbreekt boven Luik, zodat ook de stillere passages opgevrolijkt worden door een rustgevend getokkel op het dak van de operatent.
De zanger die het meest last had van dit alles was de titelvertolkster. June Anderson heeft ooit haar strepen wel verdiend als belcanto-zangeres, maar Salome vereist toch nog wat meer. Haar midden en laag register is nauwelijks hoorbaar. Dramatische momenten, zoals haar "je demande la tête de Jochanaan" of heel haar slotscène, gaan daardoor totaal verloren. Gelukkig moet ze af en toe nog wat hoge noten zingen. Die geraken wel door het orkest, maar ze hebben nauwelijks nog enige glans. Anderzijds geeft ze wel blijk van een intelligente vertolking, zoals de manier waarop ze Hérode telkens afwijst met "je n'ai pas soif" of "je ne suis pas fatiguée"... maar het is te weinig om een overtuigende Salome te zijn.
Vincent Le Texier is dan volledig het tegenovergestelde. Zijn Jochanaan klinkt constant goed. Zelfs als hij vanuit de kerker zingt, komt hij nog boven alles en iedereen uit. Ook zijn voortreffelijke tekstprojectie valt op. Donald Kaasch is een klassieke Hérode met een karakterstem. Mara Zampieri trompettert er ondertussen lustig op los als Hérodiade met weinig kleur of diepgang.
Over de productie van Marguerite Borie valt niet zo heel veel te vertellen. Rond een grote cirkel, die tevens dienst doet als vergeetput van Jochanaan, wentelen de verschillende zangers in een relatief klassieke interpretatie. Wie het ook wil zien en horen, en er niet voor naar Luik wil rijden, kan op 9 juni afstemmen op DailyMotion.com voor de live uitzending.
Publicatie: woensdag 8 juni 2011 om 14:58
Rubriek: Opera