Nabucco in Brussel
Het had een tweeluik moeten worden in het Koninklijk Circus, Intolleranza van Nono tegenover Nabucco van Verdi. Maar Intolleranza was een co-productie met de Staatsopera van Boedapest en werd na de strubbelingen in Hongarije afgevoerd. Maar het overlijden van regisseur Christoph Schlingensief vorige zomer zou hoedanook het project gehypothekeerd hebben. Dus bleef enkel een concertante Nabucco over. Het werd een spetterende voorstelling onder leiding van Julian Reynolds.
Het orkest zat centraal in de circuspiste met de zangers en het koor erachter. In de gang stond nog een fanfare die af en toe intervenieerde. De balans in het Circus is niet overal ideaal, zo werden in mijn geval de koorscènes gedomineerd door de sopranen ten koste van de bassen. Dankzij een lichtregie werd bijkomende sfeer gecreëerd... gaande van lichtflitsen als Nabucco neergebliksemd wordt over een rustgevende loverbelichting tijdens het beroemde Slavenkoor tot plotse duisternis aan het einde van elk bedrijf.
Oorspronkelijk zou Andrzej Dobber de titelrol zingen. Maar om een of andere reden is hij niet tot in het Circus geraakt en werd hij vervangen door Carlo Guelfi. Guelfi is een veteraan onder de Verdi-baritons en dat kan soms al eens tegenslaan. Maar deze keer presteerde hij veel beter dan ik aanvankelijk verwachtte. Met zijn nasale klank heeft hij een karakteristiek geluid. Af en toe moest hij bij een inzet wel een keelkikker uitspeken, maar dat belette hem niet om een boeiende Nabucco te zingen. Hij bijt schitterend in de medeklinkers waardoor een meeslepende tekstinterpretatie ontstaat, zoals bijvoorbeeld in het recitatief voor "Dio di Giuda".
Marianne Cornetti kennen we vooral als Verdi-mezzo, zoals haar Amneris of Preziosilla in de Munt. Maar ze heeft zich recentelijk ook al aan Lady Macbeth gewaagd in Luik en dan is de stap naar Abigaille niet groot meer. Ze zingt Abigaille alsof het een fluitje van een cent is. Haar stem is gigantisch en als in de finale van het eerste bedrijf alle solisten opboksen tegen het orkest en koor, komt Cornetti's stem moeiteloos overal bovenuit terwijl de andere zangers opgeslokt worden in het Verdiaans klankgeweld.
Abigaille is berucht omwille van haar talloze hoge do's, die misschien niet evident zijn voor een (ex-)mezzo... maar ook die zitten perfect bij Marianne Cornetti. Al zie je haar wel positie innemen om de laatste aangehouden hoge do van de cabaletta "Salgo già del trono aurato" de zaal in te slingeren. Dit is volledig haar scène, en was uiteraard ingezet met de aria "Anch'io dischiuso un giorno". Het is een aria van een ander kaliber die meer tederheid en - jawel - piano's vraagt. En ook in die aria schittert ze. Ik vond het een ongelooflijke vertolking en is met één klap de referentie geworden waartegen ik toekomstige Abigailles kan aftoetsen.
Carlo Colombara hebben we ook al eerder gehoord in de Munt. Zijn Zaccaria was aanvankelijk heel zwak. Heel het eerste bedrijf had ik het gevoel dat hij zich wilde forceren om boven het orkest uit te komen. Zijn stem klapte dicht, waardoor hij meer met zijn keel begon te zingen dan met zijn buik. Enkel een paar lage noten zaten wel goed. In het tweede bedrijf lijkt die druk weg te vallen als hij - enkel begeleid door de cello's - zijn gebed "Tu sul labbro" zingt. Zijn basstem klinkt nu wel vol en kleurrijk en tot mijn grote verbazing gebruikte hij, in tegenstelling tot vroeger, zelfs een handvol portamento's. Plots komt hij weer een stap dichter bij een authentieke Verdi-bas. De rest van de avond bleef hij op hetzelfde niveau zingen.
In de kleinere rollen hoorden we Zoran Todorovich als Ismaele. Het is geen grote partij en Todorovich deed er ook niets mee dat het vermelden waard is, degelijke stevigheid. Catherine Keen was een teleurstellende Fenena, alhoewel ze in haar slotaria "O dischius'è il firmamento" toch een redelijk romige klank liet horen. Tenslotte begrijp ik niet waarom Kurt Gysen veroordeeld blijft tot prutspartijen. Zijn Hogepriester is met voorsprong het beste wat ik hem al heb horen zingen... hij verdient dringend iets groters.
Publicatie: vrijdag 29 april 2011 om 18:54
Rubriek: Opera