Il Grand' Inquisitor

Florian Störtz en Clara Barbier Serrano in Zeist

De prijswinnaars van vorig jaar gaven gisteren hun recital waarbij ze een nieuwe draai probeerden te geven aan het klassiek liedrecital.


(foto © Benjamin Ealovega)

Florian Störtz en Mark Rogers hebben vorig jaar het Young Artist Platform gewonnen. Aan het begin van hun recital is het podium gemoedelijk ingericht met een zetel, een tafeltje met een fles wijn erop, een schildersezel, ... alles in een sfeervolle verlichting. De pianist betreedt alleen het podium en vanop het balkon weerklinkt a capella Nunc gaudeant maternal viscera, een antifoon van Hildegard von Bingen. Störzt prachtige bas-bariton vult de zaal. Rogers speelt de intro van Purcells Wond'rous machine, waarna Störzt traag de zaal binnenschrijdt terwijl hij intens in een lamp kijkt en die neerzet op een piëdestal.

Hij gaat in de zetel zitten, zingt La vie antérieure en trekt een fles wijn open. De melancholie van het tweede deel van Duparcs mélodie is de opmaat voor een reeks liederen waarin herinneringen opgehaald worden, te beginnen met twee Hardy-liederen, één van Finzi en één van Britten. Met Margarete Schweikerts Die Entschlafenen worden de doden herdacht... "in verwandter Seele ruhet von euch mir das entfliehenden Bild"... terwijl Störtz naar het schilderij op de schildersezel kijkt.

De lamp speelt nog een nieuwe rol bij de twee dwaallichtliederen uit "Winterreise", Täuschung en Irrlicht. Tussen deze twee liederen haalt hij een partituur uit de lamp... een partituur van het lied Silent Dawn dat misschien uit de toekomst komt ? Het blijkt een AI-gegenereerd lied te zijn, gecomponeerd door NotaGen op een gedicht van Claude 3.5 Sonnet, waarin "silent spirits" tussen de sterren dansen. Maar als hij met Bessie Bobtail door de zaal wandelt, worden wel de limieten van dit soort geënsceneerde recitals duidelijk. De afstand tussen zanger en pianist wordt groter, waardoor de twee-eenheid verbroken wordt en je aandacht toch vooral naar de zanger gaat en de pianist vergeten wordt.

Clara Barbier Serrano en Joanna Kacperek verplaatsen zich naar de 22ste eeuw en kijken terug op drie eeuwen liedrecitals. Ze beginnen in de 19de eeuw met achtereenvolgens een Duits en een Frans salon. Het Duits salon brengt ons naar de Schumanns met een piano-romance van Clara en twee liederen van Robert, het pareltje Liebeslied en Warnung. Daarnaast ook Die Loreley van Ingeborg Bronsart, dat een beetje doet denken aan de versie van Clara Schumann. Barbier Serrano zingt de liederen met haar heldere sopraan en een goed verstaanbare dictie.

In de 20ste eeuw sluipt ook een pop-song het recital binnen met Where have all the flowers gone ? van Pete Seeger, maar ook een Brecht-lied Abortion is illegal van Hanns Eisler waarin ze goed de twee karakters diversifieert: enerzijds de wanhopige vrouw die zwanger is geworden en anderzijds de hooghartige dokter die onverbiddelijk een abortus weigert... "when we make something illegal we know what we are doing".

In onze eeuw krijgen we enerzijds een creatie van Pourquoi je n'existerais pas van Gustave Carpène, wat Barbier Serrano met een partituur zong, en nog een popsong, Skinny van Billie Eilish. Terug in de 22ste eeuw wordt nog altijd An die Musik gespeeld. Ze zingt het eerste vers, waarna Kacperek de piano-partij verder speelt. Terwijl somt Barbier Serrano een wenslijst op van vrede in de wereld, over meer holebi-rechten, tot... gezelligheid.

In vergelijking met de eerste helft van de avond was dit eigenlijk een vrij klassiek recital qua uitvoering. Zangeres en pianiste reikten afwisselend het raamwerk aan waarbinnen we de keuze van de liederen moesten situeren. Misschien hadden ze dat gedeelte moeten overlaten aan een verteller, want nu kwam dat soms wat rommelig over.

Publicatie: vrijdag 23 mei 2025 om 09:26
Rubriek: Liedrecital