Il Grand' Inquisitor

Mireille Delunsch in De Munt

De Munt was behoorlijk vol gelopen voor een recital van Thomas Quasthoff. Maar Quasthoff zat thuis met een verkoudheid, waardoor ze de bijna onmogelijke taak hadden om een waardige vervanger te vinden. En met hun keuze van de Franse sopraan Mireille Delunsch is hen dat niet echt gelukt.

Haar programma zag er best wel interessant uit met Frauenliebe und -leben, aangevuld met liederen van Clara Schumann, voor de pauze. En daarna zong ze Proses lyriques van Debussy en zes fabels van La Fontaine op muziek van Charles Lecocq.

In het eerste deel kwam ze redelijk zenuwachtig over en probeerde ze haar stem in bedwang te houden, waardoor ze soms geforceerd klonk... alsof ze zich voor iets probeerde in te houden. Het resultaat was dat ze niet altijd echt vrij en natuurlijk klonk. Daar komt nog bij dat haar stem soms voor een fractie van een seconde stokt; een heel vreemd fenomeen dat als maar vaker voorkwam naar het einde van de avond toe.

Maar ook interpretatief was het niet zoals het hoorde. Ik had zelfs de indruk dat ze geen idee had waar Frauenliebe und -leben over gaat. Het extatische in bijvoorbeeld Ich kann's nicht fassen was totaal afwezig en Süßer Freund werd gezongen als een treurzang in plaats van vreugde te vertolken. Over het algemeen was heel haar benadering aan de treurige kant. Dit gevoel past enkel voor het slotlied, maar nergens anders. Het was ook spijtig dat haar pianiste Marie-Josèphe Jude het naspel van Helft mir, ihr Schwestern volledig wegspeelde.

In het Franse repertoire was ze iets beter. Haar Debussy was bij momenten zelfs mooi. En het uitbeelden van de verhaaltjes van La Fontaine ging haar ook goed af, inclusief het klaaglijk blatende schaap van Le loup et l'agneau.

Als bisnummer zong ze nog twee kookrecepten voor Plum Pudding en Civet à tout vitesse van Leonard Bernstein.

Publicatie: zondag 26 oktober 2003 om 08:54
Rubriek: Liedrecital