Il Grand' Inquisitor

Felicity Lott in Schwarzenberg

De altijd even gracieuze Dame Felicity Lott bracht gisteren een bezoek aan de Schubertiade. Er stond wel geen Schubert op het programma dat ze samen met Graham Johnson voorstelde, maar het kon niet traditioneler zijn met liederen van Schumann, Brahms, Wolf en Strauss.

Bij de Schumannliederen hoorden we verschillende rozen-liederen zoals Meine Rose, een van mijn favoriete Schumann-liederen. Daarnaast zong ze het even mooie Liebeslied en de Schumann-versie van Philines Singet nicht in Trauertönen. In dit eerste groepje liederen had haar stem nog weinig kleur en klonk ze in de hoogte breekbaar, maar dat veranderde snel. Bij de Brahms-liederen werd een eerste traan weggepinkt tijdens Da unten im Tale en bij Mädchenlied. In haar onnavolgbare stijl met elegante knipoogjes beëindigde ze het eerste deel met Vergebliches Ständchen.

Ze hadden Goethe-liederen van Hugo Wolf uitgekozen om het tweede deel te beginnen. Na Frühling übers Jahr en een poëtisch mooie Anakreons Grab kwamen een aantal liederen uit Wilhelm Müller, te beginnen met Wolfs idee over hoe Philine moet klinken. Ook hier eindigde ze weer met een knipoog bij het slot "... jeder Tag hat seine Plage, und die Nacht hat ihre Lust." Telkens ik Wolfs Mignon-liederen - So laßt mich scheinen en Kennst du das Land - hoor, moet ik denken dat er toch niets mooier is dan deze versies... tot ik de Schubertversie hoor en daarna moet ik weer aan Wolf denken. De piano-epiloog van So laßt mich scheinen werd met veel gevoel en verfijning door Graham Johnson gespeeld. En dan moest ineens iemand dringend, maar traag, een snoepje openen dat in zo'n krakend papiertje ingepakt is. Aaargh.

De Strauss-liederen bestonden ook hoofdzakelijk uit het bekendere werk en toonde Felicity Lott in topvorm. Het Wiegenlied was echt om stil bij te worden. En met Ruhe, meine Seele kroop ze weer even in de huid van de Marschallin. Het was zo mooi dat het publiek nog stiller werd. Op het einde van het lied moest Felicity Lott zelf ook even slikken vooraleer verder te gaan met Waldseligkeit en grandioos af te ronden met Zueignung.

In tegenstelling tot Matthias Goerne eergisteren, doet Felicity Lott helemaal niet moeilijk over bisnummers. Alle componisten, behalve Brahms, passeerden weer met eerst Die Soldatenbraut en Du denkst mit einem Fädchen mich zu fangen.

Als uitsmijter zong ze een buitengewone Morgen. Graham Johnson zette perfect de sfeer met de lange inleiding, waarna Felicity Lott als van een andere planeet kwam neerdalen met "Und Morgen wird die Sonne wieder scheinen". Maar echt onaards was haar slot. Ik moest terugdenken aan de master class die Malcolm Martineau vorige week in Salzburg gaf toen een zangeres ook Morgen zong. Martineau zei toen dat de laatste zin bijna onzingbaar was en dat je als zanger ergens een plaats moet uitkiezen om te ademen... maar wat je ook kiest, het is nooit perfect. Tenzij je natuurlijk Felicity Lott bent. Dan zing je die laatste zin gewoon in één adem. Letterlijk adembenemend mooi.

Publicatie: woensdag 27 augustus 2008 om 09:13
Rubriek: Liedrecital