Il Grand' Inquisitor

Christoph Prégardien in Schwarzenberg

De augustus-sessie van de Schubertiade Schwarzenberg werd geopend door Christoph Prégardien en Julius Drake. Ze brachten een (bijna) volledig Goethe-programma.


(foto © Schubertiade Schwarzenberg)

Ze begonnen echter met Schuberts Die Bürgschaft. Prégardien zingt de Schillerballade zonder partituur. Zoals gewoonlijk hamert Drake de dramatische momenten lustig weg, en overstemt daarmee de zanger, maar hij zorgt ook voor mooie lyrische sfeerscheppingen zoals het huwelijksintermezzo of het plechtstatige slot. Ondertussen haalt Prégardien al zijn vertellerskunsten uit de kast. Soms is hij de Bach-Evangelist - "... und ein Gott bat Erbarmen" - dan weer een monkelende tiran - "so muss er statt deiner erblassen, doch dir ist die Strafe erlassen". Hij ontroert met een smekend gebed "O hast du mich gnädig aus Räubers Hand". Enkel voor de meest dramatische uitroep "Mich, Henker, erwürget!" heeft hij niet meer voldoende dramatisch gewicht, voor de rest was het een uitstekende en meeslepende vertolking.

De rest van het eerste deel bestond uit bekende Schubert-Goethe-liederen. In de drie Gesänge des Harfners tekent hij geen rancuneuze Harfenspieler die ala Prometheus de goden uitdaagt, maar een berustende vader die zijn lot aanvaardt, spirituele momenten heeft, de mensen op zijn pad tot tranen ontroert. Na een uitbundige Rastlose Liebe en het intieme Wandrers Nachtlied I eindigden ze met dé Goethe-ballade Erlkönig. De variatie tussen de vier rollen doet Prégardien niet door allerlei stemmetjes te bedenken, maar door elkeen een eigen intensiteit te geven. De vader is een stabiele rots die nooit afwijkt van zijn troostende functie, terwijl het kind met elke zin angstiger wordt. De Erlkönig verleidt op een subtiele manier, opvallend hoe Prégardien "so brauch' ich Gewalt" quasi-piano zingt... hij wil het kind geen angst inboezemen, maar het toch even gezegd hebben. Het slot is een overrompelend pianissimo "... das Kind war tot".

Na de pauze werd het Goethe-programma verdergezet met een mengeling van liederen van Schubert, Beethoven, Wolf en Liszt. Sommige liederen hadden we voor de pauze ook al gehoord, nu kregen we bijvoorbeeld Erlkönig in de versie van Loewe. Liszt heeft zich ook vergrepen aan Der du von dem Himmel bist, het begint heel mooi, maar uiteraard ontspoort hij helemaal als hij de virtuoze toer opgaat en het gedicht in stukken scheurt. Zijn Freudvoll und leidvoll - vooral bekend door de "Himmelhoch jauchzend zum Tode betrübt" - vind ik een lelijk lied. Loewes Lynceus, der Türmer kwam dan weer als lied gekunsteld over. Het was daarentegen wel interessant om eens de Wolf-versie van Ganymed te horen. Het heeft een heel andere sfeer, eerder als een gebed dan de erotiek van Schubert. Verstilling hoorden we in Griegs Zur Rosenzeit, mooi begeleid door Drake, ontroerend gezongen door Prégardien, het hoogtepunt van de avond.

Voor de twee bisnummers bleven ze bij Schubert en Goethe met nog een ballade, Der König in Thule, en het perfecte bisnummer Der Musensohn.

Publicatie: zondag 27 augustus 2023 om 11:24
Rubriek: Liedrecital