Andrè Schuen in Schwarzenberg (1/3)
Traditioneel staan de drie Schubertcycli elke Schubertiade op het programma. Af en toe vragen ze echter één duo om ze alledrie te zingen. Dit is zo'n jaar, waarbij de eer te beurt viel aan bariton Andrè Schuen en pianist Daniel Heide.
(foto © Schubertiade Schwarzenberg)
De afgelopen jaren hebben ze de drie cycli hier ook al gezongen, zo brachten ze in 2018 een fantastische Die schöne Müllerin. Dé vraag die ik me vooraf stelde was of ze de magie van toen terug konden oproepen... en, jawel ! Op zich is er niet veel veranderd aan hun benadering van Die schöne Müllerin. Het is nog altijd pure Schubert zonder dat ze er een of andere vreemde dramturgie proberen in te forceren.
De momenten die het meest blijven hangen, zijn nog altijd de interacties van de molenaarsknecht met het beekje. De eerste keer gebeurt dat bij Danksagung an den Bach. Hij trekt dan voluit de kaart van het piano-zingen, weliswaar geen kernig mezza voce, maar toch een hemels mooi piano dat moeiteloos tot achterin de zaal draagt.
Idem bij Der Neugierige, waardoor zijn filosofische mijmeringen over de woordjes "Ja und Nein" een heel introvert karakter krijgen. Bij een trage Des Müllers Blumen lijkt hij wel zijn dag te overschouwen alsof hij het in een dagboek neerschrijft. Hij trekt die sfeer door in Tränenregen, weliswaar ontsierd door de "begeleiding" van twee rinkelende GSM's.
Na de onstuimige Der Jäger en Eifersucht und Stolz kon er geen groter contrast zijn met Die liebe Farbe. Het werd een intrieste vertolking. "In Grün will ich mich kleiden" wordt een rouwkleed, en het lied zelf een soort requiem voor de molenaarsdochter. Dat is niet zo ver gezocht, gezien het constante doodsklokje dat weerklinkt in de rechterhand van de pianst... al laat Daniel Heide het niet zo prominent doorklinken als sommige andere pianisten. Bedenk ook dat in de oorspronkelijke gedichtencyclus van Wilhelm Müller de molenaarsdochter ook zelfmoord pleegt. Chronologisch is het misschien niet helemaal juist, maar gevoelsmatig klopte het wel.
Bij sommige zangers kan het slotlied Des Baches Wiegenlied eindeloos lijken en zit je de strofen af te tellen. Bij Schuen en Heide is het echter de perfecte afsluiter met het beekje dat zich over de molenaarsknecht ontfermt en hem zal beschermen tegen opdringerige jachthoorns of andere blauwe bloempjes die de zielerust van de molenaarsknecht zouden kunnen verstoren. Een Müllerin die door hart en ziel scheurde.
Publicatie: zondag 22 augustus 2021 om 19:16
Rubriek: Liedrecital