Death in Venice in de Munt
Gisteren hoorde ik de laatste voorstelling in de Munt van Brittens laatste opera Death in Venice... gedeeltelijk.
Ik heb de hoop al lang opgegeven dat ik Britten ooit zal kunnen appreciëren. Ik had tot gisteren nog geen noot van Death in Venice gehoord en de voorstelling slaagt er langs geen kanten in om mijn Brittenaversie om te buigen. Dat onstopbaar Monteverdiaans recitatief begon me heel snel stierlijk te vervelen. Na de eerste scène had ik al zin om de voorstelling te verlaten. Uiteindelijk heb ik tot de pauze de - letterlijk - fysische pijn verbeten in de hoop dat het misschien toch nog interessant zou worden... niet dus.
Maar los van mijn persoonlijke problemen met Brittens muziek, moet ik wel toegeven dat de productie van Deborah Warner de moeite is. Een eenvoudig decor, historisch-correcte kostuums en een mooie belichting met mistige gradiënten en warme Italiaanse zonnen zorgen voor mooie beelden. De opeenvolging van al de scènes gebeurt naadloos door schuivende wanden en strandhokjes die telkens weer voor nieuwe vergezichten zorgen.
Er waren twee zangers voorzien voor rol van Aschenbach. Ik was verrast door de vertolking van Ian Bostridge. Zijn slanke tenorstem klonk verrassend warm en egaal (zijn stem sloeg maar één keer over) en zijn Engelse uitspraak is uiteraard glashelder zodat de boventitels overbodig waren. Spijtig dat de opera zelf zo'n langgerekte geeuw is.
Publicatie: vrijdag 30 januari 2009 om 08:33
Rubriek: Opera